De jaarlijkse bedevaart vindt plaats bij het kapelletje van de Zalige Idesbald. Deze volkstraditie wordt sinds 1994 door het Genootschap van de Zalige Idesbaldus georganiseerd. De plechtigheid op maandag 22 april start om 14 uur in de O.L.V. ter Duinenkerk.

Daarna wordt om 14.30 uur in processie gewandeld naar het kapelletje van Baaldjes Kruus (Van Buggenhoutlaan) waar de ceremonie wordt voortgezet.

Organisatie: VVV en gemeente Koksijde, het Genootschap van de Zalige Idesbaldus, Pastorale Eenheid Ster der Zee, de zusters van de Potterie Brugge en de Confrerie van de Zalige Idesbaldus.

Historiek

Het kapelletje werd in 1819 gebouwd door de 5 laatste monniken van de Duinenabdij. De jaarlijkse bedevaart naar de kapel van de zalige Idesbaldus, patroon van de vissers, de landbouwers en de Vlaamse adel, vindt plaats op de eerste maandag na 18 april.

De voorbije jaren bracht de bedevaart gemiddeld 500 mensen op de been. Idesbald was er de derde cisterciënzerabt (van 1155 tot 1167). Op 13 november 1623 ontdekten monniken (onder de puinen van de kapittelzaal van de verwoeste abdij) een loden kist met daarin het ongeschonden lichaam van Idesbald. In 1894 werd Idesbald zalig verklaard. Later bleek dat niet het geval, want wetenschappelijk onderzoek in 2015 toonde aan dat deze stoffelijke resten van iemand anders zijn.

Vooraleer de IJslandvaarders naar de haven van Duinkerke trokken om de afvaart naar IJsland te beginnen, trokken ze naar ’Baaldjes Kruus’ om een behouden reis af te smeken. Het kapelletje was een druk bezochte plaats van de vissersvrouwen tijdens de afwezigheid van hun man. Ook door de landbouwers werd Idesbald ingeschakeld voor een goede oogst. De reden waarom Idesbaldus ook als patroonheilige wordt beschouwd door de landbouwers is omdat dat de strandvissers kleine ‘duinenboertjes’ waren die naast het bewerken van hun grond ook nu en dan gingen vissen.

Sinds het interbellum wordt jaarlijks op de eerste maandag na 18 april (tenzij 18 april een maandag is) een bedevaart naar de kapel van Idesbald georganiseerd. Die was in 1819 door de laatste monniken bovenop de kapittelzaal gezet. 18 april wordt beschouwd als het naamfeest van de Zalige Idesbald. Dit is niet zijn sterfdatum, maar wellicht de dag van zijn overbrenging in 1237 naar de nieuwe abdij.