De oudste bescherming tegen de warme zomerzon is ook nog steeds de efficiëntste: het bladerdak van mooie schaduwbomen.
De meest voor de hand liggende schaduwbomen hebben een eerder brede dan hoge kruin en zetten daardoor niet je hele huis of tuin in de schaduw.
Opgelet: de hoogte en breedte die staan op het label van de boom, zijn richtlijnen. Het uiteindelijke formaat is afhankelijk van de grondsoort, licht en andere factoren. Alle bomen en heesters blijven – ook als ze volwassen zijn – doorgroeien. De groei stopt pas als de boom doodgaat. Een jonge boom groeit vooral in de hoogte, een oudere vooral in de breedte.
Hoe kleiner de tuin, hoe groter de impact van een boom op de hoeveelheid licht in de tuin. Als je een kleine tuin hebt, kies je daarom best een bladverliezende boom, dan heb je in de winter nog wat licht in huis. Ook bomen met een open kroon, zoals een Gleditisia triacanthos (valse Christusdoorn) of Acer davidii (slangenbast-esdoorn) laten nog voldoende licht door om ook onder de boom iets te planten. Een boom met een compacte, dichte kroon, zoals Morus alba ’Macrophylla’ (grootbladige moerbei) of Catalpa bignonioides ’Nana’ (bolcatalpa) laat weinig licht door: werkt wel goed als parasol in de zomer.
Ondertussen bestaan er veel manieren om je tuin af te sluiten en om ongewenste zonnestralen buiten te houden. Denk maar aan screens, rolluiken en zonneschermen. Maar de oudste bescherming tegen de zomerzon is nog steeds de efficiëntste: het bladerdak van schaduwbomen.
De meest voor de hand liggende schaduwbomen hebben een eerder brede dan hoge kruin en zetten daardoor niet je hele huis of tuin in de schaduw.
Wie onmiddellijk resultaat wil, kan ervoor kiezen een al flink uit de kluiten gewassen boom te planten. Je vindt er in kwekerijen, waar ze goed en grondig zijn voorbereid om na ettelijke jaren de verhuis te maken naar jouw tuin. Ze hebben namelijk een compact wortelstelsel dat in verhouding is tot hun kruin. Tijdwinst gegarandeerd, al hangt er wel een prijskaartje aan vast.
Minder omvangrijk dan de traditionele schaduwbomen, zijn dak-, lei- of schermbomen. Ze filteren eveneens het zonlicht en zorgen voor een frisse schaduwplek in tuin of op het terras.
Op het vlak van zonwering steken dakbomen boven de andere twee soorten uit. Op het warmste moment van de dag valt de schaduw van lei- en schermbomen tot zo’n 4 meter van de stam. Ze moeten dus al dicht tegen je woning staan om effect te hebben. Dakbomen vangen de stralen van de hoge zomerzon breder en wijder op, waardoor je een grotere schaduwplek krijgt.
Een andere belangrijke factor in je keuze tussen een dak-, lei- of schermboom is de hoogte van de stam. Want je wil in alle comfort van je terras genieten zonder dat je je iedere keer moet bukken als je de tuin in wandelt. Daarom ga je het best voor een takvrije hoogte van minstens 2,2 en liefst zelfs 2,4 meter.
Bomen die pas laat bladeren krijgen, hebben ook een streepje voor. Ze laten je tot eind april of begin mei van de lentezon genieten en gaan vanaf de zomer in volle beschermmodus. Met dat criterium in het achterhoofd kan je wintergroene bomen van je lijst schrappen. Die zijn alleen nuttig als je het hele jaar door een scherm nodig hebt, bijvoorbeeld om privacyredenen.
Dak- en leibomen moet je elk jaar opnieuw kaal snoeien, meestal in de winter. Schermbomen kort je beter wat vaker in. Hier volg je het snoeischema van gewone hagen