Bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals steenkool, stookolie en aardgas, komt o.a. CO2 vrij.
Dit gas houdt zonnewarmte vast. Hoe meer van dit gas, hoe sneller de temperatuur stijgt.
Tegels, bakstenen en beton absorberen de warmte van de zon. Zodra het afkoelt, komt die warmte terug vrij in de atmosfeer, waar CO2 de vrijgekomen zonnewarmte vasthoudt.
Bomen voorkomen dat er zonnewarmte in de atmosfeer terechtkomt. Ze zetten de opgevangen zonne-energie om in waterdamp. Dit zorgt plaatselijk voor extra verkoeling en er ontstaan wolken die zorgen voor schaduw, regen en een beter klimaatevenwicht.
Een grote boom heeft op een zonnige dag door verdamping van de bladeren (evapotranspiratie) en door het creëren van schaduw een koelvermogen van 20 tot 30 kW: dat staat gelijk aan tien airco's. In een straat met bomen is het daardoor 5 à 10 graden koeler dan in een straat zonder bomen.
Eiken, lindes, essen en sommige esdoorns zijn geschikt voor verkoeling en doen het goed op droge plekken. Maar te veel van dezelfde soorten planten, is slecht voor de biodiversiteit. Hoe meer soorten je plant, hoe meer je de risico’s op ziekte en plagen spreidt.
Vooral minder verharding en meer groen kan het hitte-eilandeffect verminderen
Vooral minder verharding en meer groen kan het hitte-eilandeffect verminderen. Grote bomen maken steden en gemeenten koeler op twee manieren: met schaduw en met verdamping. Daarnaast vangen ze ook meer fijn stof op, houden meer CO2 vast en produceren ze meer zuurstof dan een kleinere soortgenoot. Een grote boom biedt ook meer leefruimte en voedsel voor allerlei organismen.
Bovendien reflecteren bomen minder zonnewarmte terug in de atmosfeer dan beton. En neemt een boom tijdens de groei CO2 op en houdt dat vast.
Op welke verhardingen in je tuin loop je niet? Vervang die stukken door groen.
Geef het aantal uitgewipte tegels door: www.vk-tegelwippen.be (tegels opgeven). De actie loopt nog tot nog tot 31 oktober 2023.