Op 24 juni 1944 stortte een B-24 Liberator langeafstandsbommenwerper neer bij de Wulpenbrug – geraakt door Duits afweergeschut. Het toestel voerde bombardementen uit in Noord-Frankrijk tegen een krachtcentrale voor V1-lanceerhellingen en keerde terug naar het Verenigd Koninkrijk (Old Buckenham).

Uit het staartstuk kon één bemanningslid zich redden met zijn parachute, Hij landde in overstroomd gebied en werd gevangen genomen. de 9 andere bemanningsleden overleefden de aanval niet. 75 jaar later ontdekte metaaldetectorist Guy Marteel het embleem van een Amerikaanse parachutist. Het begin van een uitgebreide reeks opgravingen. Samen met Guy graaft de redactie van Tij-dingen door dit onbekend stukje geschiedenis.

Tij-dingen: Je stootte eigenlijk per toeval op de resten van de bommenwerper?

Guy Marteel: "Op 13 maart 2019 vond ik, op een akker tussen Wulpen en Oostduinkerke (Wulpendammestraat), een insigne van een Amerikaanse parachutist. Vreemd. Want in onze streek zijn de Amerikanen niet geweest, we werden bevrijd door de Canadezen. Daar wilde ik meer over weten. Landbouwer Joan Depotter wist mij te vertellen dat er 80 jaar geleden een vliegtuig crashte boven Wulpen en Oostduinkerke en dat Sylvain en Marc Demolder daar een boek over schreven. Wat het nog vreemder maakte, is dat het insigne niet van één van de bemanningsleden is."

Uit het staartstuk kon één bemanningslid zichzelf redden met zijn parachute

Guy poseert met een stuk glas afkomstig uit het gecrashte vliegtuig.

T-d: Het begin van een hele zoektocht?

Guy: "Uren en uren speurde ik de grond af naar brokstukken, die lagen verspreid over een gebied van 2.500 m². Uiteindelijk heb ik er honderden gevonden in aluminium. Het vliegtuig vloog op 7.000 meter toen het uit elkaar spatte. Ik hoorde van 2 ooggetuigen – o.a. de moeder van Joan Depotter – dat ze moesten schuilen onder de bomen voor de brokstukken die naar beneden hagelden. Het staartstuk landde in Wulpen en een deel van het middenstuk bij de Koningstraat in Oostduinkerke."

T-d: Je ontdekte ook bijzondere stukken?

Guy: "Het meest bijzondere is het venster dat, vermoed ik, in de voorste geschutskoepel van de bommenwerper zat. Ik heb die niet gevonden op het veld, maar via Joan Depotter. Die vertelde mij dat hij iemand kende die het venster bezat, Stefaan Hancke. Het heeft jarenlang gediend als venster in een duivenkot. Toen Stefaan zijn huis verkocht, werd het duivenkot gerenoveerd, maar het venster bleef wel zitten. Vorig jaar in oktober – bijna 80 jaar later dus – heb ik de nieuwe eigenaar gecontacteerd, het venster eruit gehaald en het gat terug dicht gemaakt. Het weegt 35 kg en bestaat uit 7 lagen plexi. Het is vrijwel intact. Het heeft zelfs gediend als schietschijf, maar de kogels kaatsten er vanaf."

T-d: Slechts 1 bemanningslid overleefde de crash?

Guy: "Uit het staartstuk kon één bemanningslid zichzelf redden met zijn parachute – Gordon Barlew Adee. Hij landde in overstroomd gebied en werd gevangen genomen. Hij overleefde de oorlog, maar is nooit meer teruggekeerd naar Koksijde, een paar van zijn familieleden wel. De 9 andere bemanningsleden overleefden de aanval niet. 5 slachtoffers werden na WO II bijgezet in de begraafplaats van Margraten (Nederland), 3 slachtoffers werden gerepatrieerd naar de VS en 1 gesneuvelde kreeg zijn laatste rustplek op de Amerikaanse begraafplaats in Neupré (Ardennen)."

T-d: Heb je een idee hoeveel brokstukken je bovenhaalde?

Guy: "Dat is moeilijk in te schatten. Honderden alleszins. Veel van die stukken krijgen een plekje in de expo die we plannen naar aanleiding van de 80-jarige herdenking van de crash. Ik heb veel putjes gegraven. (lacht) Fernand Vanderplancke heeft ook 10 beelden gemaakt van stukken die ik opgroef."

Met mijn opzoekingswerk wil ik in de eerste plaats de gestorven soldaten een gezicht geven

T-d: Is het gemakkelijk om het onderscheid te maken tussen de brokstukken van een Liberator en ander metaalafval?

Guy: "Het metaal van het vliegtuig is helemaal uiteengereten en ook gesmolten. Dus zo zie je het wel het verschil. Andere stukken vind je meestal in zijn geheel."

T-d: Je hebt lang geijverd om een gedenkplaat te voorzien?

Guy: "Met mijn opzoekingswerk wil ik in de eerste plaats de gestorven soldaten een gezicht geven. Wie waren ze? Samen met Luc Vanacker heb ik aan het gemeentebestuur gevraagd om de gestorven helden te herdenken. En zo geschiedde. Er komt een herdenkingsplaat met de 10 namen van de bemanningsleden aan het monument van de vliegeniers (de vuurtoren aan de rotonde van de Leopold III-laan). Op de plaats van de crash – hoek Langeleedstraat en Koningstraat – komt er ook een infozuil. Zo worden ze niet vergeten.

Ik ben al 4 jaar bezig met het opzoekingswerk. Ik wil iedereen bedanken die me geholpen heeft: Luc Vanacker van Tussen IJzer en Schreve, Marc Demolder en van burgemeester en schepenen om de huldiging mogelijk te maken. De dag na de huldiging zakken we af naar de begraafplaatsen van Neupré en Margraten met een delegatie. De neef van de piloot vergezelt ons. Die begraafplaatsen zijn echt indrukwekkend, rij na rij met gestorven soldaten en de stilte die er heerst, dat is niet in woorden te vatten. Die begraafplaatsen zijn trouwens Amerikaans grondgebied."