Op 11 november is het Sint-Maarten. Dit kinderfeest wordt gevierd in verschillende delen van Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Sint-Maarten is eigenlijk een katholieke feestdag, maar de binding met het geloof is in de meeste gevallen klein.
Het feest wordt op 11 november gevierd omdat dat de feestdag is van de heilige Martinus van Tours (316-397), één van de grondleggers van het christendom in Gallië. Martinus was een Romeinse soldaat die geboren werd in het huidige Hongarije, zijn ouders waren heidenen. Volgens een legende ontmoette hij op een dag bij de poort van de Gallische stad Amiens een bedelaar. Het lot van deze man greep Sint Maarten zo aan dat hij besloot zijn kostbare mantel in tweeën te snijden. Hij schonk de bedelaar de helft van zijn mantel, de andere helft was officieel eigendom van Rome. Volgens de legende stond de arme man symbool voor Christus. ’s Nachts zou Christus aan Martinus verschenen zijn en iets gezegd hebben als:
“Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed.”
Martinus van Tours bekeerde zich daardoor tot het christendom, verliet het Romeinse leger en werd leerling van de bisschop van Poitiers. Daarna leefde Martinus een tijd als kluizenaar. Ook werkte hij als duiveluitdrijver, reisde hij door Gallië om het christendom te verspreiden en stichtte hij bij Poitiers het eerste klooster op Franse bodem. Al bij leven was Martinus van Tours, die koos voor een leven in soberheid, heel bekend. Waar hij kwam, dromden de mensen samen en er gingen veel verhalen rond van wonderen die zich na tussenkomst van de heilige voordeden. Op een dag zou na lang gebed van Martinus een jonge slaaf die zich kort daarvoor had verhangen, weer tot leven zijn gekomen.
In het jaar 371 werd Sint Maarten bisschop van Tours, ondanks verzet van andere bisschoppen. Een andere legende meldt dat Martinus eigenlijk geen bisschop wilde worden. Hij verstopte zich daarom in een ganzenhok. De bevolking van Tours ontdekte de schuilplaats omdat de ganzen een enorm kabaal maakten. Martinus werd zo toch bisschop, maar hij zette zijn monnikenleven voort. Anders dan andere bisschoppen verbleef hij niet in de kathedraal, maar in een kleine cel die aan de kerk was gebouwd zodat het gewone volk hem kon bezoeken. Martinus van Tours overleed op 8 november 397 en werd drie dagen later begraven in de basiliek van Tours. Al snel na de dood van de bisschop kwam de verering op gang. Sint Maarten is onder meer beschermheilige van Groningen en Utrecht. In de Dom van Utrecht wordt een stuk armbot bewaard dat van de heilige zou zijn geweest. Lees verder onder de foto.
Ironisch is dat, hoewel Marinus van Tours juist herinnerd werd om zijn vrijgevigheid, kerkleden in de late middeleeuwen vaak hun kerkelijke belasting, de zogeheten tienden, op Sint-Maarten moesten afdragen. In de beeldende kunst wordt Martinus vaak afgebeeld als militair, zittend op zijn paard, terwijl hij zijn mantel in tweeën snijdt. Ook is hij wel eens te zien met een afbeelding van een gans.
Het sintmaartensfeest herinnert aan de heilige Martinus. Op de avond van 10 of 11 november trekken veel kinderen erop uit met zelfgemaakte bieten of lampionnen waarin kaarsjes branden. Op zijn feestdag hoefden kinderen vroeger niet naar school en zo ontstond de gewoonte hen die dag te trakteren op snoep. Tegenwoordig moeten kinderen nog wel wat voor dat snoepgoed doen, vandaar het uithollen van bieten.
Vroeger at men op de feestdag van de heilige vaak sintmaartensganzen. Dit gebeurt tegenwoordig niet meer. Rond 11 november worden er nog wel vaak ganzenmarkten gehouden.
Bron: www.historiek.net