Willibrordus leefde van 658 tot 739. In die tijd lag er een Merovingische nederzetting in het huidige Koksijde.

Ook in Wulpen trof je toen bewoning aan. Hoewel de kerk in Wulpen aan Willibrordus is gewijd, is hij er waarschijnlijk nooit geweest. De kerk werd later aan hem gewijd, de precieze datum is niet bekend.

Willibrordus was afkomstig uit Northumbria (Noord-Engeland) en staat bekend als de apostel van de Friezen. De Friezen leefden toen nog langs de hele kust van Nederland voor ze door de Franken naar het noorden werden verdreven.

Hij begon zijn missie rond 690. Waar hij en zijn gezellen in het begin werkten, is niet bekend. Mogelijk waren ze actief in Vlaanderen en Brabant. De vele Willibrordusputjes in Noord-Brabant (10), Nederlands en Belgisch Limburg (6) en Antwerpen (3) wijzen daarop. Volgens Gottschalk begon Willibrordus zijn missionering op het eiland Wulpen voor hij naar Walcheren trok.

Dat verdwenen eiland lag in de monding van de Westerschelde, tussen Walcheren en het huidige westen van Zeeuws-Vlaanderen. Dat eiland was welvarend in de 13e eeuw, maar verdween − vermoedelijk − door een stormvloed.

Willibrordusputje heette vroeger het Garembertusputje

Garembertus (ca. 1084-1141) was een tijdgenoot van Norbertus (ca. °1080), de stichter van de Norbertijnenorde en van Ligerius (ca. °1080), een bekende kluizenaar in Koksijde.

Net als Ligerius koos Garembertus voor een kluizenaarsbestaan. Tijdens zijn leven kreeg Garembertus van Wulpen veel faam en na zijn dood werd hij uiteindelijk zalig verklaard. Ondanks de status van enige zalige Koksijdenaar is hij niet meer bekend in zijn geboortestreek. Zijn ouderlijk huis lag nochtans in Wulpen, met vlakbij een waterput…

Na zijn overlijden ontstond een volkstoeloop naar dat putje. Met processies erbovenop. Vanuit de kerk van Wulpen, sinds 1135 bediend door de monniken van de Sint-Niklaasabdij van Veurne, trokken de mensen rond dat putje.

Zo ontstond een jaarlijkse ommegang die eindigde met de zegening van het water door de pastoor. Mensen kwamen aan de bron water putten, dronken het en gebruikten het als afweermiddel tegen de pest en de cholera. Eeuwenlang werd de zalige Garembertus vereerd in Wulpen.

Wanneer werd de put van Garembertus dan de put van Willibrordus? Dat moet na 1620 en voor 1651 zijn gebeurd. Wellicht toen Wulpen een reliek van de heilige Willibrordus ontving.

Zo werd het kapelletje en Garembertusputje de Willibrorduskapel en -put, al werd Garembertus nog lange tijd door het volk vereerd.

Het valt wel op dat Willibrordus alleen in Wulpen aangeroepen wordt tegen de pest en de cholera. De specialiteiten van Willi waren huidziekten, epilepsie, koorts-, zenuw- en spierziekten. Bevoegdheden die hij overerfde van zijn voorganger.

De levensloop van Garembertus in een notendop

Als zoon van een bemiddelde herenboer in Wulpen loopt hij rond 1100 school aan het Sint-Walburgakapittel. Het kluizenaarsbestaan spreekt hem meer aan en hij trekt naar Frankrijk.

Daar komt hij terecht in Bony (departement Aisne, regio Hauts-de-France) waar zich een gemeenschap rond hem vormt en hij een abdij sticht in het naburige Gouy.

Zijn zus sluit zich ook bij hem aan, maar die vrouwelijke vleugel wordt door de norbertijnen niet lang gedoogd. Garembertus overlijdt in een geur van heiligheid in Bony, dat dorp erkent hem als hun stichter.

In Wulpen bleef zijn levensverhaal niet onopgemerkt en hij werd er vereerd bij een kapel vlakbij een waterput bij de ouderlijke hoeve.

Tot in de eerste helft van de 17e eeuw de relieken van Willibrordus in Wulpen aankwamen en Garembertus aan de kant werd geschoven.

Dit jaar vond de bedevaart naar het putje van Willibrordus plaats op 29 mei.