Zorg er bijvoorbeeld voor dat er geen losliggende matten en tapijten liggen, maar bevestig ze met een goede antisliplaag of strips. Haal losliggende snoeren weg en zorg voor voldoende verlichting.
Voetproblemen en het dragen van onaangepast schoeisel verhogen het risico op vallen. Ook op kousen (zelfs op antislipkousen) of blote voeten lopen, vergroot het valrisico. Je draagt best schoeisel dat je hele voet omsluit: een stevige, platte zool met reliëf die goed sluit (velcro of veters). Vermijd schoenen die onvast (zoals teenslippers), te groot, te klein of open aan de achterkant zijn.
Als je ouder wordt, gaat je zicht achteruit. Je valt dan sneller doordat je bijvoorbeeld een obstakel op de grond over het hoofd ziet. Draag daarom zorg voor jouw ogen.
Een gezonde voeding is belangrijk om je spieren en beenderen sterk te houden. Eet voldoende voeding die rijk is aan calcium en vitamine D zoals vis, melkproducten, broccoli, Chinese kool, spinazie, rammenas, radijsjes, abrikoos, appel, dadels, kiwi, pruimen. De inname van extra calcium en vitamine D kan je met jouw huisarts bespreken. Wees matig met alcohol.
Hoe meer verschillende geneesmiddelen je inneemt, hoe groter het risico om te vallen. Voor bepaalde geneesmiddelen zoals slaappillen moet je extra opletten.
Als je vaak last hebt van duizeligheid, bv. bij het rechtkomen uit bed of zetel, dan loop je een verhoogd risico om te vallen. Die duizeligheid verminder je door voldoende te bewegen, niet te snel recht te staan of het hoofdeinde van jouw bed hoger te plaatsen. Bespreek vaak terugkomende duizeligheid met jouw huisarts.