Marcel Gram is ingenieur bij het bureau van maten en gewichten. Hij zorgt ervoor dat een minuut exact een minuut duurt, een meter precies een meter is en drie plus drie altijd zes.
Op een dag komt zijn zoon met een ‘omgekeerde glimlach’ thuis na een ruzie op school. Hij is niet zeker of hij echt verdrietig is of eerder boos of teleurgesteld. Marcel vindt dat toch allemaal bijzonder onnauwkeurig.
Hij gaat aan de slag om instrumenten uit te vinden die gevoelens feilloos in kaart brengen. Maar de tranometer, de khouvanoschaal, de goestoscoop en het hoerakompas zorgen meer voor ruzie dan voor geluk.
Een warm vader-zoonverhaal over de irrationaliteit en complexiteit van gevoelens.