Om die vraag te beantwoorden, moet je een onderscheid maken tussen bij ons overwinterende meeuwen en broedende meeuwen. Broedende meeuwen zijn een redelijk nieuw verschijnsel in Vlaanderen, terwijl je vroeger altijd wel overwinterende meeuwen langs onze kust zag.
Broedende meeuwen koloniseerden Vlaanderen pas vanaf de jaren 60. Het begon allemaal met wat solitaire broedgevallen van de zilvermeeuw.
Over het aantal overwinterende meeuwen langs onze kust zijn er minder gegevens. De eerste tellingen zijn verricht in 1989 en daarna zijn er nog enkele totaaltellingen gedaan, een enkele keer ook in de zomermaanden. In de winter werden altijd meer dan 10.000 individuen geteld en soms liep dat op tot meer dan 30.000. In de winter domineert de zilvermeeuw doorgaans het soortenspectrum, gevolgd door de kokmeeuw.
De kleine mantelmeeuw is in de winter nauwelijks nog aanwezig in ons land: zij overwinteren in Portugal, Spanje en het noorden van Afrika.
Onderzoekers stellen een trage, maar gestage toename vast van het aantal dakbroeders. Vooral zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen broeden op daken. Als nestplaats vormen de daken een goed alternatief: meeuwen kunnen er ongestoord nestelen en zijn er onbereikbaar voor landroofdieren zoals ratten of vossen.
Waar het moeilijk is om een afvalcontainer aan te bieden (Huishoudelijk restafval | Gemeente Koksijde),
raden we inwoners en verblijfstoeristen aan om hun afval naar de semi-ondergrondse containers te brengen: Afvalgids verblijfstoeristen | Gemeente Koksijde
Onderzoekers stellen een trage, maar gestage toename vast van het aantal dakbroeders