Het gaat om drie soorten die vroeger niet in ons land voorkwamen.

In De Strandvlo - het tijdschrift van de Strandwerkgroep – worden deze nieuwe soorten beschreven. De aard van de beestjes en hun levenswijze doen vermoeden dat ze uit een Halloweenfilm wegliepen. 

Heremietzakje

Deze nieuwkomer wordt regelmatig aangetroffen op de kleine heremietkreeft. De larve van deze soort – die verwant is met de zeepokken – vestigt zich op zijn gastheer en groeit er als een wortelende parasiet doorheen om voedingsstoffen te onttrekken. Uitwendig van de gastheer ontwikkelt zich een bruine zak met eieren die in het water worden losgelaten. Bij krabben is het parasiterende krabbenzakje beter bekend.

© Aäron Fabrice de Kisangani, Ingrid Jonckheere

Isopode

In juli werd ook nog een isopode ontdekt (een soort pissebed) – in de mond van een kleine pieterman.  Het gaat om een visparasiet die leeft in de mondholte van een vis.

Eind november bezorgde een kruier enkele kleine pietermannen uit zijn net, in de mond van één daarvan zaten twee van deze visparasieten. Door de klimaatopwarming komt de kleine pieterman bij ons vaker voor en nu is deze parasiet, die normaal zuidelijker leeft, voor het eerst in de Noordzee aangetroffen.

© Aäron Fabrice de Kisangani, Ingrid Jonckheere

Gladde snavelneut

In de herfst van vorig jaar werden drie exemplaren van deze schelpensoort gevonden aan de Westkust. Storm Odette zette de gladde snavelneuten halfweg het strand af. Hun lengte – van 4,5 tot 4,8 cm – en de aanwezigheid van het dier of vleesresten wijzen op een nog kleine populatie voor onze kust. Hun oorspronkelijk leefgebied bevindt zich aan de oostkust van Noord-Amerika. Daar vind je exemplaren van Nova Scotia tot Noord-Carolina en leven ze in slibrijk zand en slib. De toename aan slib in ons kustwater speelt waarschijnlijk in de kaart van deze nieuwkomer.

De schelp is langwerpig en afgeplat en gaapt aan beide zijden. Eén zijde is snavelvormig toegespitst. De buitenkant van de schelp is bedekt met een bruingroen vlies. Het slot heeft aan beide zijden van de ligamentgroeve 20 tot 25 kleine tandjes. De gladde snavelneut is een snelle graver, die woelt in de bodem, op zoek naar voedsel. Daardoor kan een grote populatie een flinke impact hebben op de bodemgemeenschap.

© Aäron Fabrice de Kisangani, Ingrid Jonckheere

Naast Ceratothoa steindachneri werden in De Strandvlo ook nog twee andere nieuwe visparasieten gemeld voor België: Anilocra frontalis en Nerocila cf. bivittata.

Ben je ook gebeten door het leven in de Noordzee? Dan is deze video zeker iets voor jou

Video