Eén van de aanwezigen tijdens dat officiële moment was Spanjaardbank-voorzitter Johny Popieul. Naar aanleiding van deze mijlpaal zocht hij Maurice Thill op, één van de oudste leden van de garnaalkruiersclub. Ook zijn zoon Ronny was van de partij.

De Spanjaardbank bestaat 50 jaar en dat werd dit voorjaar gevierd in onze gemeente. En er verscheen een uitgebreid interview met voorzitter Johny Popieul en gids Mariette Geryl in Tij-dingen september.  

Net voor de jaarwisseling volgde dan het officiële gloriemoment waarbij West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé de officiële 'koninklijke' oorkonde bezorgde aan een delegatie van het bestuur. Dus nu mag garnaalkruiersclub De Spanjaardbank deze titel officieel gebruiken. Speciaal voor deze mijlpaal ging voorzitter Johny Popieul het gesprek aan met één van de stichtende leden, Maurice Thill (90), en zijn zoon Ronny. Lees verder onder de foto's. 

Het gesprek tussen voorzitter Johny Popieul, Maurice Thill en Ronny komt snel op gang. Ze halen meteen herinneringen op aan de goeie oeden tied. "In de jaren 70 zijn we samen begonnen met garnalen vangen, mijn kameraden Georges Vandamme, Jerome Depotter, Freddy Vanhoutte en Camiel Lycke waren er vanaf het begin ook al bij."

Tij-dingen: Waarom kozen jullie voor strandvissen?
Maurice Thill: 
"In de jaren 70 moesten we elke frang omdraaien en door garnalen te vissen, waren we zeker dat er voldoende eten was. Er waren al paardenvissers, maar een paard kostte veel en vergt veel onderhoud. Dus was de keuze snel gemaakt. Vergeet ook niet dat we in die tijd veel tong, kabeljauw en gullen (kleine kabeljauw, red.) vingen. Mijn echtgenote pelde de garnalen en we gebruikten de koppen om er soep van te maken. Het overgrote deel werd verkocht in café 't Jagershof (recht tegenover het huidige Visserswelzijn, waar nu Wabi Sabi is, red.)"
Ronny Thill: "Ik herinner me dat die verkoopavonden soms duurden tot in de vroege uurtjes." (hilariteit)
Johny Popieul: "Nu is het vooral een hobby, folklore, maar in die tijd ging het om een serieuze bijverdienste."
Ronny: "Ik ging mee met mijn vader en de tongen belandden in de diepvries."

Tij-dingen: Waarom startten jullie een club?
Maurice: 
"We waren in de eerste plaats vrienden en we verkochten onze garnalen samen op café. Dus de stap om in clubverband te werken, was snel gezet."

Tij-dingen: Johny, jij bent een stuk jonger. Wanneer ging jij voor het eerst in het water?
Johny: "Ik ging voor het eerst mee met Freddy Vanhoutte, één van de tenoren van De Spanjaardbank. Ik was pas 18. En toen sleepten ze netten van 2,5 tot 3 meter. Freddy was e kloeken bèèr, een echte flandrien. Vandaag zijn de netten 1,5 tot 2,5 meter en moet je minder sterk zijn. Pas op, het is nog steeds niet te onderschatten ."

Tij-dingen: Feit of fabel, vroeger waren er meer garnalen.
Maurice: "Wij vingen gemiddeld 5 kg per sessie, dus er waren zéker meer garnalen."
Johny: "Nu zitten we soms met moeite aan 1 kg. 2023 was een rampjaar. We kunnen alleen maar hopen dat het tijdelijk was. Ik vrees dat bepaalde evoluties, ik denk aan het opspuiten van zand, de windmolens en de klimaatverandering, een grote rol spelen."
Ronny: "In de tijd van mijn vader weigerden ze te stoppen als ze minder dan 5 kg hadden gevangen. Ook de bijvangst gaat achteruit."

Tij-dingen: Wanneer ga je het best in zee? 

Maurice: "Na de storm heb je de meeste vissen, is de oude wijsheid en dat klopt."
Johny: "De laatste jaren merken we dat we ook veel afval mee vissen dat door de storm aanspoelt aan onze kust. Soms hebben we dan 1 tot 2 uur extra kuiswerk. Zeker na de recente wateroverlast stroomde alles via de IJzer in zee. Spijtig."

Tij-dingen: Slotvraag, waaruit bestaat jullie materiaal? 

Johny: "Onze netten worden gemaakt door Noel Dugardein en zijn 14-jarige kleinzoon is onze jongste lid. Het overige materiaal bestaat uit inox en laten we maken die daarmee kan werken. Het is een dure hobby, maar gelukkig kunnen we af en toe wat garnalen verkopen om het haalbaar te houden."

Tij-dingen: Hartelijk bedankt voor het gesprek en op naar de volgende 50 jaar!