De mannetjes Harkwespen sluipen als eerste uit het zand in juni. Enkele weken later volgen de vrouwtjes.

De harkwesp (Bembix rostrata) is onze grootste graafwesp in het zand. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben een lengte van 1,3 tot 2,5 cm.

De mannetjes Harkwespen sluipen als eerste uit het zand in juni. Enkele weken later volgen de vrouwtjes. Na de paring beginnen vrouwtjes graafgedrag (harken met de behaarde poten) te vertonen. De eerste dagen graaft het vrouwtje op verschillende plekken om mogelijke nestplaatsen te testen. Daarna graaft ze een nest met één broedkamer waar ze één larve inlegt. Hierbij opent en sluit ze de nestingang telkens opnieuw om eten te brengen. Ze brengt zweefvliegen en andere vliegen aan als prooi.

Na zo’n 12 dagen ontpopt de larve zich om zo de winter door te komen. Het vrouwtje sluit het nest dan voor een laatste keer en zal op een andere plek een nieuw nest beginnen met ook 1 larve in. Zo maakt een harkwesp 5 à 6 nesten tijdens één zomer.

In september vertonen de vrouwtjes steeds minder graafgedrag en sterven korte tijd later. Mannetjes sterven vroeger in het seizoen. Harkwespen overwinteren dus als pop en de volwassen dieren leven enkele maanden tijdens de zomer.

In Koksijde vind je harkwespen o.a. in de Noordduinen, Schipgatduinen, Doornpanne… meestal in mosduintjes.

foto harkwesp: Femke Batsleer