De 18-jarige Caine - – spreek uit als 'kein' – Haers komt uit Wulpen en is sinds 30 november Belgisch kampioen kickboksen. In La Louvière (Henegouwen) kroonde hij zich tot de beste in de categorie onder de 61 kg (nieuwelingen).

Spannend: zo omschrijft Caine kickboksen. Zijn droom? Het UFC-circuit. "Alleen de besten komen daar terecht." Tij-dingen nam de handschoenen op en sprak met Caine af voor een paar ronden met vraag en antwoord over deze sport.

Tij-dingen: Hoe voelde het om Belgisch kampioen te worden? Wat ging er door je heen?

Caine Haers: "Het is een fantastisch gevoel en ik werd eerst overspoeld door een enorme blijdschap. Ik heb dan direct gebeld naar mijn vader en andere familieleden. Ik wilde niet dat iemand kwam kijken omdat ik anders te veel stress zou hebben. Mijn papa is snel zenuwachtig en ik wilde niet dat het op mijn zou overslaan. (lacht) Ik geloofde wel op voorhand in mijn kansen: ik had goed getraind en op mijn voeding gelet. Alleen is het altijd afwachten wat je lichaam de dag zelf zegt. Een ziekte of een mindere dag, het is snel gebeurd."

T-d: Welke van de 2 kampen vond je het zwaarst en waarom?

Caine: "De tweede, want die vechter bezat een betere techniek dan mijn eerste tegenstander. Hij was bovendien beter uitgerust dan mij, want hij moest niet kampen voor hij tegen mij uitkwam. En hij kreeg ook nog de kans om mijn techniek te bekijken. In dat kampioenschap moest ik in elke kamp 3 rondes van 1,5 minuten afwerken. Uiteindelijk won ik 2 keer op punten."

T-d: Hoe heb je je voorbereid op het kampioenschap?

Caine: "De weken ervoor heb ik meer aan mijn conditie gewerkt dan anders. In een toernooi is uithouding nog belangrijker. Hoe? Door veel te trainen met pads of platte handschoenen: in het kickboksen oefenen we zo 1 op 1 op stoten en trappen. De persoon die de pads vasthoudt, krijgt zo geen last van zijn of haar handen en polsen. Die combinaties zijn heel intensief. Gedurende 24 minuten moest ik elke minuut tegen een andere tegenstander trainen. Telkens iemand uit een andere gewichtsklasse. Normaal bereid je je voor op 1 kamp, maar in een toernooi is dat iets helemaal anders. Op voorhand dacht ik ook na over hoe ik mijn wedstrijden zou aanpakken, zonder dat ik wist wie mijn tegenstrevers zouden zijn."

T-d: Waarom koos je op achtjarige leeftijd al voor kickboksen? Wat trok je aan in deze sport?

Caine: "Op mijn school zat iemand die kickbokste en mijn papa keek graag naar filmpjes over kickboksen. Zo leerde ik de sport kennen: door de mogelijkheden te zien. De grootnonkel van mijn papa was Belgisch bokskampioen, dus misschien zit het ook in mijn genen. (lacht) Vooral het feit dat ik al iemand kende bij Westcoast Thai boks & MMA (Nieuwpoort), verlaagde de drempel."

T-d: Hoe combineerde je vroeger voetbal en kickboksen? Was het moeilijk om uiteindelijk te kiezen?

Caine: "Dat was niet eenvoudig. Zeker toen Koksijde nog in tweede klasse speelde, voor die matchen moesten we toen verre verplaatsingen doen. Eigenlijk moest ik altijd 1 sport voortrekken en dat was toen meestal voetbal. Vorig jaar heb ik dan definitief gekozen voor kickboksen. Niet alleen omdat ik er talent voor heb, maar ook omdat het echt mijn passie is. Pas op, het was een moeilijke keuze en ik heb lang getwijfeld – nu nog soms."

Het leukst? Sparren. Je leert bij van andere vechters, want iedereen heeft zijn eigen stijl. Zo kan je elkaar bijsturen.

T-d: Heb je idolen in de sport?

Caine: "Conor Mc Gregor, de MMA-kampioen. Hij heeft een mooie techniek en zorgt voor een leuke ambiance. En ook nog de Nederlander Thian de Vries. Hij heeft nog bij Enfusion (multimediabedrijf dat al tientallen jaren betrokken is in de kickbokswereld, red.) gevochten en vecht nu in het K-1-circuit in Tokio. De top van de top. Misschien is Japan ook één van mijn volgende bestemmingen, wie weet. (lacht)"

T-d: Hoe ziet een typische trainingsweek er voor jou uit?

Caine: "Ik train 4 keer per week anderhalf uur in de club en daarbovenop sport ik nog eens 18 uur op school. Thuis heb ik ook heel wat toestellen en materiaal om mijn conditie op peil te houden."

T-d: Wat vind je het leukste aan trainen en wat het zwaarste?

Caine: "Het leukst? Sparren. Je leert bij van andere vechters, want iedereen heeft zijn eigen stijl. Zo kan je elkaar bijsturen. Mijn stijl is vooral gebaseerd op techniek en minder op kracht. Het minst leuke? De pads training. Heel uitputtend, pas op, het is nodig, maar toch zwaar."

T-d: Hoe belangrijk is voeding in jouw sport en hoe strikt volg je dat op?

Caine: "Ik heb een lijst met wat ik wanneer mag eten en hoeveel. Ik heb een voedingscoach die me daarbij helpt. De ochtend van het Belgisch kampioenschap is hij speciaal vroeger opgestaan om me te bellen en nog een laatste keer alles te overlopen. Af en toe zeur ik wel hoor, maar dan voel ik het wel als ik 's anderendaags moet trainen. Ik heb dan een minder fit gevoel. Het smaakt zelfs niet meer zo lekker. De maand voor de kamp hou ik me heel strikt aan mijn schema en dan weeg ik me ook regelmatig. Ik wil geen vechter zijn die de laatste dagen voor zijn kamp een paar kilo's moet kwijtraken om op gewicht te raken. Dat is ook niet goed voor je energie."

T-d: Je feest minder dan leeftijdsgenoten. Mis je dat niet?

Caine: "Eigenlijk niet. Mijn vrienden vragen regelmatig of ik niet mee ga, maar meestal moet ik trainen. En ook als ik niet moet trainen, sla ik een avond uitgaan meestal over."

T-d: Je droomt van het UFC-circuit: wat spreekt je zo aan in die competitie?

Caine: "Voor elke vechter is dat het grootste van het grootste. Alleen de beste vechters nemen deel. Om in dat circuit te raken, moet je een gevestigde waarde zijn en geselecteerd worden. Ofwel moet je de voorcompetitie winnen, dan krijg je een rechtstreeks ticket. Op 22 maart gaan we met de club naar Londen om een paar kampen te bekijken."

T-d: Wanneer denk je klaar te zijn om de stap naar het professionele circuit te zetten?

Caine: "Goh, dat is een moeilijke vraag. Ik wil me niet opjagen om prof te worden, binnen 2 jaar misschien. Voorlopig is het ook moeilijk om dat te combineren met school, want ik kan niet de hele dag trainen."

T-d: Als je in 1 woord jouw passie voor kickboksen zou moeten omschrijven, hoe zou die klinken?

Caine: "Spannend."

T-d: In Nieuwpoort is er een boksschool, werken jullie samen?

Caine: "Nee, de stijlen zijn te verschillend. Boksers zetten hun voeten bv. ver uit elkaar om snel rond de ring te bewegen. Wij zetten onze voeten juist dichter bij elkaar om te kunnen trappen. Vergelijk het met voetbal en zaalvoetbal."

T-d: Wanneer vinden jouw volgende kampen plaats?

Caine: "Voorlopig staat de teller op 2 gevechten: 25 januari in Gent en 8 februari in Tielt. Na een gevecht heb ik normaal een maand nodig om helemaal te herstellen. Door de trappen en slagen is mijn hele lijf beurs, met zelfs bulten op mijn schenen. Ik heb dan veel ijs nodig. De beschermstukken zorgen voor iets van bescherming, maar toch komen de slagen goed door."