Schelpen zijn de harde delen van weekdieren en geven deze dieren extra stevigheid. De schelpen op het strand zijn bijna altijd van tweekleppigen, slakken of inktvissen.
Vaak zijn lege schelpen op het strand al honderden of duizenden jaren oud. Je vindt zelfs fossielen van meer dan 100.000 of zelfs miljoenen jaren oud.
In 2015 vonden twee spelende kinderen in Knokke-Heist de grootste oesterschelp ter wereld. De langgerekte Japanse oester mat 38 cm en telde 25 jaarringen.
Vind je een mooi, rond gaatje in een schelp? Dan was de tepelhoren aan het werk, een roofslak die door schelpen raspt met de tandjes op zijn tong. Via dat gaatje verorbert hij zijn prooi. Het proces om zo’n gat te maken, duurt al snel een week. Soms slagen tweekleppigen erin om tijdig te ontsnappen. In dat geval zie je een gaatje dat niet helemaal is uitgehold.
Het overtollige CO₂ in de lucht maakt niet alleen ons klimaat warmer, het verzuurt ook onze zeeën. Ten opzichte van het begin van de industriële revolutie is de zuurgraad van zeeën en oceanen met een kwart gestegen. Dat is niet goed voor schelpdieren die daardoor minder kalk uit het water halen om hun schelp te bouwen.
Wil je interessante schelpen vinden? Ga dan na stormweer naar het strand. Het woelige water brengt schelpen aan de oppervlakte die anders in de diepzee leven.
Niet alleen weekdieren leven in schelpen. Heremietkreeften gaan op zoek naar oude, verlaten schelpenhuisjes en sleuren dat overal met zich mee. Tijdens zijn groeiproces moet de heremietkreeft regelmatig verhuizen naar een grotere schelp.
Niet alle schelpen die je op het strand vindt, zijn van recent gestorven weekdieren. De meest voorkomende schelpen aan onze kust, de kokkels en de halfgeknotte strandschelpen, zijn meestal oude fossielen.
Een tweekleppig weekdier bestaat uit twee schelpen die elkaars spiegelbeeld zijn. Op het strand vind je vaak maar één van de twee helften. Gek genoeg is de verhouding tussen linker- en rechterschelp niet altijd 50/50. Tijdens de Grote Schelpenteldag willen wetenschappers nagaan of weercondities en lokale zeestromingen daar iets mee te maken hebben.
Mosselen gaan open als je ze klaarmaakt. Als een mossel al vóór het koken open is, eet je ze best niet op. Tweekleppigen* hebben een klein ligament waarmee ze hun schelpen sluiten. Wanneer ze niks doen, blijven de schelphelften open. Als een weekdier sterft, gaat haar schelp vanzelf open.