Willem Van Torre, auteur en inwoner van Koksijde, lanceert zijn nieuwste boek 'Ontvoering uit Popokabaka'.

In dit spannende verhaal neemt hij de lezer mee naar Belgisch-Congo, waar historische gebeurtenissen en fictie samenkomen. Van Torre staat bekend om zijn veelzijdige romans waaronder 'De Ganzenpoot', een romantisch verhaal over WO I in Bachten de Kupe. Eerdere werken zijn 'Van Grijs, over zwart naar wit' over het leven in België tussen 1870 en 1948 en 'Lente in Boekarest' over de val van Ceaușescu in Roemenië.

Van Torres boeken vind je in de bibliotheek. Of bestel je exemplaar in de betere boekhandel. Ontvoering uit Popokabaka kost 27,95 euro en telt 355 pagina's.

Tij-dingen stelde Willem enkele vragen over zijn nieuwste boek.

Tij-dingen: Waarom schreef je een boek over Belgisch-Congo?

Willem Van Torre: "Doordat ik door oorlogsomstandigheden mijn ouders verloor toen ik 5 maanden was, had ik een sterke band met mijn oom Jos Van Torre die missionaris was in Belgisch-Congo. Door hem heb ik me als kind een ideaalbeeld gevormd van de mensen in Kongo die moesten geholpen worden door onder meer het verzamelen van zilverpapier. Of van zwarten die strorokjes droegen en die leefden in hutten gemaakt van bladeren. Toen ik volwassen werd, heeft mijn oom me verteld hoe het er echt aan toe ging in die verre kolonie in het midden van Afrika.

Hij heeft me verteld over Métis-kinderen van een blanke vader en een inheemse moeder en hij wees me erop hoe de Belgische administratie daarmee omging. Als professor aan de universiteit Lovanium in Kinshasa-Léopoldville kwam hijzelf bij het streven naar onafhankelijkheid van Congo in het oog van de storm terecht. Hij heeft meer dan eens de behandeling door de Belgen van de Congolezen publiekelijk aangeklaagd. Hij vertelde me over de onmenselijke behandeling die zwarten kregen van Belgen, over de wrede straffen die ze in rubberplantages en in mijnen kregen als ze niet de quota haalden die hun waren opgelegd, over het afhakken van handen tijdens ‘Congo-Vrijstaat’ van Leopold II, maar ook later. Ook het verkrachten van jonge meisjes voor de ogen van gezinsleden, als bestraffing voor niet behaalde productie, deelde hij me mee.

Hij heeft me verteld over de behandeling van Métis-kinderen tijdens, net voor en na de onafhankelijkheid op 30 juni 1960. Naast wat mijn oom me allemaal doorgaf, kreeg ik info van een aantal Belgen die de koloniale tijd hebben beleefd. Onder meer een gevangenisdirecteur, de eigenaar van een koffieplantage, een pater die zijn standplaats had in Lubumbashi, een broeder die in het centrum van de kolonie werkte en een zuster die op 300 km van de hoofdstad in een dispensarium werkte, hebben me geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid.

Die zuster vertelde hoe zwarten van de ‘Force Public’ de linkerhand van onschuldige kinderen afhakten om een door hen voor de jacht gebruikte kogelhuls te verantwoorden. De kloosterzuster heeft me de vlucht van de Belgische administratie uit Congo beschreven waarbij métis-kinderen de Belgische nationaliteit werd afgenomen om ze anoniem naar België te kunnen overbrengen ter beschikking van kandidaat adoptieouders. Om al die redenen schreef ik een boek over Belgisch-Congo. Het kan niet genoeg verteld worden hoe de Belgen, naast andere landen, roofbouw pleegden op een kolonie die 80 keer groter was dan België."

Ik ben dankbaar dat Tij-dingen wel aandacht besteed aan creativiteit binnen Koksijde.

T-d: Je verweeft fictie met realiteit. Hoe moeten we dat zien?

Willem: "Om een realiteit te ondersteunen is het, meen ik, wenselijk om harde feiten te plaatsen binnen een verhelderend kader. Met fictieve personages, die beantwoorden aan personen die hebben bestaan of hadden kunnen bestaan, maar niet met naam worden genoemd. Zo is het makkelijker om een realistisch verleden te schetsen zonder een herkenbare mens of groep te benoemen. Ik verzeker dat mijn fictieve personen de harde werkelijk mogelijk iets afzwakken, maar gebeurtenissen niet ontkennen."

T-d: Ben je er zelf ooit geweest?

Willem: "Nee, ik heb Congo zelf nooit kunnen bezoeken. Wel 5 andere Afrikaanse landen waar ik vergelijkbare verhalen hoorde en las over de behandeling van inboorlingen door kolonisten. Vooral Zuid-Afrika en Mozambique gaven hier de toon aan. Ik ben van mening dat een bezoek aan een land niet noodzakelijk is om te weten hoe het daar tijdens de koloniale tijd aan toe ging. Zowel Fransen, Engelsen, Nederlanders en Portugezen blonken in hun kolonies uit door een verwerpelijke moraliteit. Wat de Belgen betreft, is het aangeraden om een boek van Jef Geeraerts te lezen. Hij was assistent-gewestbeheerder in de kolonie en leidde er ook een combattieve eenheid. Hij stond bekend om zijn wrede manier van bestraffen met de zweep. Zijn boeken waaronder ‘Gangreen’ en 'Black Venus’ getuigen van de criminele liederlijkheid waarmee Belgen, niet allemaal, inlandse vrouwen consumeerden."

T-d: Hoe lang ben je bezig geweest om het boek te schrijven?

Willem: "Het plan om dit te schrijven werd minstens 40 jaar geleden geboren. Ik heb, voor zijn overlijden, aan mijn oom beloofd om zijn getuigenissen en die van andere mensen in een leesbare vorm op papier te zetten. Ik hoop dat hij in zijn hemel nu fier is."

T-d: Staan er nog andere projecten op de boekenplank?

Willem: "Voor beginnende schrijvers is het moeilijk om een nieuw boek ruchtbaarheid te geven. De grote uitgeverijen verkiezen geldelijk gewin boven kwaliteit. Succesvolle schrijvers krijgen onder meer bij DS alle kansen om in hel verlichte uitstalramen hun werken tentoon te stellen. Vaak zijn het niet eens lokale auteurs, soms ghostwriters, die massaal boeken op paletten aanleveren in magazijnen en aanzienlijke sommen neertellen om vooraan in de verkooppunten te liggen, vergezeld van een agressieve reclamecampagne.

Van wereldwijd bekende auteurs, die niet eens hun boeken zelf schrijven, wordt soms minderwaardige kwaliteit aangeprezen en verkocht. Eigen beginnende schrijvers krijgen weinig of geen kans om hun jongste werken voor te stellen. Als grote ketens 1 vierkante meter zouden voorbehouden in hun winkels met één exemplaar van elk aangeboden nieuw werk zouden schrijvers een kans en een aanmoediging krijgen, zoals in Nederland, om productiever te zijn. Het monopolie van een grote keten voorkomt dat. Het is vechten als David tegen de reus Goliath. De kleine schrijver tegen het groot-kapitaal!

Daarom ben ik dankbaar dat Tij-dingen wel aandacht besteed aan creativiteit binnen Koksijde. Naast mijn vorige boeken: ‘De Ganzenpoot’, ‘Van grijs over zwart naar wit’, ‘Lente in Boekarest’ is ‘Ontvoering uit Popokabaka’ mijn 4e boek. Mijn volgende werk, dat als werktitel ‘Verdeel en Heers’ heeft, wordt hoofdzakelijk een herwerking van mijn 2e boek. Het vertelt in 3 hoofdstukken over de periode 1870 tot 1947 in België rond 3 oorlogen met alle menselijke gevolgen ervan. Aandacht gaat naar de levenswijze en het ontstaan van het Vlaamse activisme voor WO I. Het interbellum geeft zicht op het herstel, de beurscrash en de opgang van het bruine denken. De Tweede Wereldoorlog wordt in het derde deel uitvoerig besproken samen met het licht in een duistere tunnel richting betere tijden."