Als fietser moet je altijd vaste of losse verlichting gebruiken.

  • tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag − dus als het donker is of wordt
  • in alle omstandigheden waarin je minder dan 200 meter ver ziet (mist, regen, sneeuw)

Een veilige fietser is altijd voorbereid en heeft een fiets met goed werkende verlichting (of heeft altijd losse verlichting bij zich). PZ Westkust startte alvast preventief met fietscontroles aan de verschillende basis- en secundaire scholen. Via een fietscontrolekaart kom je te weten welke defecten er zijn.