Vooraleer de stoomschepen hun intrede deden aan het einde van de negentiende eeuw, trotseerden onze heldhaftige mannen al eeuwen de IJslandse golven aan boord van grote zeilschepen.
De vissers van de Westkust monsterden aan in Noord-Franse havens (Duinkerke en Gravelines-Grevelingen) waar ze bekend stonden als harde werkers.
Tot aan het begin van de twintigste eeuw trokken jaarlijks tussen 100 en 200 Vlamingen naar IJsland om hun geluk te beproeven. Later, met de stoomschepen, waren ze slechts enkele weken weg van huis. Dat maakte het labeur niet minder zwaar. Steeds kwamen ze terug met ruimen vol IJslandse vis.