Roger Ryckewaert, vertegenwoordiger van de Vaderlandslievende Verenigingen in Koksijde, zet zich elk jaar in voor het herdenken van de slachtoffers van de wereldoorlogen.

Zijn familiegeschiedenis speelt hierin een grote rol: zowel zijn grootvader als vader waren betrokken bij de wereldoorlogen. Dit persoonlijke engagement maakt zijn werk bij de herdenkingen nog betekenisvoller.

Jaarlijks neemt hij deel aan talloze herdenkingen in en buiten Koksijde, waaronder de herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog op 8 mei en de herdenking op 11 november voor de gesneuvelden van beide wereldoorlogen.

Tij-dingen: Je bent vertegenwoordiger Vaderlandslievende verenigingen Koksijde, wat doen jullie?

Roger: “Wij herdenken de gesneuvelde militairen op begraafplaatsen en monumenten.”

T-d: Welke momenten staan jaarlijks in je agenda aangekruist?

Roger: “Dat is een hele reeks, op 17 februari is er in Koksijde elk jaar een herdenking n.a.v. het overlijden van koning Albert I. Op 8 mei herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog, op Pinkstermaandag vereren we de Zoeaven, op 21 juli is het nationale Feestdag, in augustus vindt in Oostduinkerke de opening van de Vierdaagse van de IJzer plaats. Dan hebben we begin september de herdenking van de Canadese soldaat in Sint-Idesbald. En de vrijdag daarna idem voor de gefusilleerde verzetsstrijders, de zondag dan nog een grote plechtigheid ter ere van de verzetsstrijders op de begraafplaats in Oostduinkerke. Eind oktober komen we samen aan het monument dat de overleden personeelsleden van de luchtmachtbasis in herdenkt, aan het rondpunt bij de Zuid-Abdijmolen. We sluiten af met de herdenking op 11 november op het ereperk van de overleden oud-strijders van WO I en WO II, de herdenking aan het monument van de gesneuvelde militairen en ten slotte een bezoek aan Coxyde Military Cemetery in Koksijde-Dorp.”

T-d: Doe je nog andere zaken in deze hoedanigheid?

Roger: “Ik ga ook nog naar herdenkingen in gemeenten buiten Koksijde zoals in Nieuwpoort, Veurne, Houthulst, Klerken, Merkem, Steenkerke, Oeren, De Panne, Hoogstade, West-Vleteren, Diksmuide. Per jaar kom ik aan 45 herdenkingen uit met mijn vaandel. Bijna wekelijks zijn er plechtigheden.”

T-d: Wat is jouw persoonlijke achtergrond?

Roger: “Ja, waarom doe ik dit? Mijn grootvader was strijder in de Eerste Wereldoorlog en mijn vader was oorlogsvrijwilliger tijdens WO II, beiden hebben ze het overleefd. Uiteraard evenveel respect voor de duizenden gesneuvelde militairen op de begraafplaatsen én de vele mensen die zelfs geen graf hebben, van wie we niet weten waar ze liggen. Zij mogen evenmin vergeten worden voor de offers die ze gebracht hebben.”

T-d: De beide wereldoorlogen lijken wat naar de achtergrond te verdwijnen in de actualiteit, hoe ervaart u dat?

Roger: “De mensen worden nu nog dagelijks geconfronteerd met oorlogen, het stopt niet. Ik denk dat het ook een beetje daarmee te maken heeft, dat de mensen moe zijn.”

T-d: Wat moeten de mensen voorts nog van u weten?

Roger: “Ik werkte in een meubelfabriek in Veurne na mijn studies en in 1969 startte ik bij de buurtspoorwegen, tot mijn pensioen. Als hobby beschik ik over 3 legervoertuigen. Vroeger was ik ook strandvisser, maar de leeftijd begint een beetje parten te spelen…”

T-d: U bent zelf geen oud-strijder?

Roger: “Nee, ik ben inderdaad geen oud-strijder. In 1966 heb ik wel mijn militaire dienstplicht gedaan - voor 15 maanden hier in België. Mijn vader daarentegen was oorlogsvrijwilliger in 1940 en was ook krijgsgevangene. Na zijn vrijlating werd hij opgeëist door de Duitsers om op het strand van Middelkerke om Britse militairen (die verdronken waren bij operatie Dynamo) uit het water te trekken. Ze spoelden aan op de stranden en moesten uit het water om ze te begraven. In 1945 liep hij dienst bij de landmacht als ontmijner in de kazerne van Poelkapelle. In 1947 vroeg hij een mutatie aan bij de luchtmacht. Mijn moeder wou niet dat hij bij de ontmijners in de landmacht bleef – in die periode verongelukten er veel mensen. Ze waren toen ook nog maar pas getrouwd. En in 1949 kwam mijn vader dan naar de basis in Koksijde bij de jachtvliegschool. In 1959 is hij overleden in het militair ziekenhuis van Bredene waarna hij een plaatsje kreeg op het ereperk van Koksijde. Ik had ook nog twee ooms bij het leger: bij de luchtdoelartillerie (kamp van Lombardsijde). En de andere nonkel was ontmijner bij Dovo in Houthulst. Vandaar mijn interesse in militaria, legervoertuigen, militaire begraafplaatsen en herdenkingen.”

T-d: Hoe kijkt u naar de gebeurtenissen in de wereld, bv. in het Midden-Oosten?

Roger: “Dat die kopstukken ruzie maken over een lap grond… 100 jaar geleden en 80 jaar terug was het al zo... We leren niet uit het verleden en de burgers zijn de grote slachtoffers. Dagelijks zijn er natuurrampen met talloze slachtoffers en toch blijven we oorlog voeren.”

Tij-dingen: Heeft u een boodschap voor onze lezers?

Roger: "Dat we zeker die herdenkingen in ere moeten houden en de zovele gesneuvelde en oorlogsslachtoffers niet mogen vergeten. Jammer genoeg vallen er ieder jaar vaandeldragers weg door ziekte of overlijden. Ik hoop dat er nieuwe mensen bijkomen zodat we deze mooie traditie in stand kunnen houden."

Ondanks het feit dat de wereldoorlogen soms wat naar de achtergrond verdwijnen, blijft het herdenken essentieel, zeker in een wereld waar oorlogen zoals die in Oekraïne en het Midden-Oosten nog steeds voortduren.

De herdenking van beide wereldoorlogen herinnert ons eraan dat vrede en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn.