Ontdek enkele boeiende weetjes over onze historische Zuid-Abdijmolen. Van haar rijke geschiedenis tot haar unieke werking ... er zijn heel wat geheimen te vertellen!

Benieuwd naar deze verborgen parel in onze gemeente? We nemen je mee met enkele leuke feiten en weetjes!

  • Om te malen, moet de windkracht minstens 4 beaufort bedragen. De molen is niet verankerd op de pijlers, want het gevaarte moet mee kunnen bewegen met de wind. Het gewicht van de molen bedraagt 30.000 kg. Dat is evenveel als 5 Afrikaanse olifanten.
  • In de molen liggen 4 baanstenen (2 keer 2) die elk een diameter van 1,75 m hebben en elk 1.500 kg wegen. Het ene koppel baanstenen wordt gebruikt om graan tot veevoeder te vermalen en het andere maalt graan tot meel om bv. brood te bakken.
  • Tijdens de 2 wereldoorlogen werden molens gebruikt als communicatiemiddel. Als de Duitsers oprukten, stonden de molenwieken in rouwstand (gericht naar de hemel) en dan wisten de mensen dat ze binnen moesten blijven. Dat gebeurt nu nog steeds, ik denk maar aan de nationale rouwperiode na de aanslagen in Brussel. Toen de geallieerden ons in 1944 bevrijdden, zette de molenaar zijn molen in vreugdestand. Dan wist je dat de kust veilig was.
  • Het waren trouwens geallieerde vliegtuigen die de toenmalige molenaar uit Houtem (Sylvain Lootvoet) per ongeluk met kogels doorzeefden in de veronderstelling dat er Duitsers zaten. In 1944 was dat. Daarna takelde de molen langzaam af.
  • In 1951 verhuisde de molen naar Koksijde, maar de molen dateert al uit 1773 en werd gebouwd als Lootvoetmolen in Houtem. Hij kreeg destijds de naam Westmolen. De molen stuitte op verzet bij de omwonenden, die vreesden dat er bomen zouden moeten geveld worden wegens het windrecht. Enkele jaren later stond de molen verder, tegen De Moeren. De familie Blanckaert baatte de molen uit tot 1834. Door een erfeniskwestie werd de molen openbaar verkocht aan een molenaar uit Hondschote (Frankrijk), en, toen die stierf in 1862, aan Cesar Lootvoet.
  • Aan molenaars werd vroeger niet betaald in geld, wel in natura. Hij schepte uit iedere zak die hij maalde wat meel voor eigen gebruik of voor verdere verkoop (het scheprecht). Molenaars hadden geen al te beste reputatie. Er was argwaan dat ze knoeiden bij het afwegen en dat er meel in eigen zakken verdween.