Imperior de Percusion zag het levenslicht in 1996. Letterlijk betekent deze naam heersers van het slagwerk: zuiders en toch krachtig, zoals de muziek. De voorbije kwarteeuw drukten een tiental slagwerkers hun stempel op deze unieke groep. Vandaag bestaat Imperior uit drie leden: Jurrie Delporte, Peter Paelinck en Aäron Louwyck.

Een gesprek.

Jurrie, Peter en Aäron zijn heersers van het slagwerk: Imperior blaast 25 kaarsjes uit

Tij-dingen: Wie zijn de mensen achter deze groep: wat doen jullie en waar komen jullie vandaan?
Jurrie Delporte:
“De founding fathers zijn Günther Vanbleu, Luk Vermeir en ikzelf. Niet veel later versterkte Peter Paelinck onze groep met zijn oergeluiden op didgeridoo. Dat instrument gecombineerd met ons slagwerk zorgt voor een unieke klank. Tijdens de 25-jarige geschiedenis maakten ook Chris Scharlaken, Josquin Rousseeuw, Michael Deleersnijder en Dimitri Vanbleu deel uit van onze groep. Vandaag bestaat Imperior alleen uit Peter, Aäron en ikzelf. Omdat de formatie veranderde, wijzigden we ook de naam.”
Aäron Louwyck: “Ik ben een 24-jarige student marketing die is opgegroeid met slagwerk. Nadat ik djembélessen volgde als kind, sloot ik me aan bij de harmonie van Leisele. Daar gaf ik enkele jaren drumles en richtte ik het trommelkorps opnieuw in. Ik proefde van de wereld van marching percussie (spelen terwijl je beweegt, red.) via de harmonie van Rollegem (deelgemeente van Kortrijk, red.) waar we toen met ongeveer dertig slagwerkers waren. In 2011 kocht ik voor de drumband in Leisele een slagwerkinstrument over van El Fuerte: een jaar later werd ik lid en sinds enkele jaren geef ik les aan de drumline. In 2014 vroeg Jurrie of ik eens wilde jammen bij hem thuis. Daar speelden we enkele nummers van Imperior en het klikte.”
Peter Paelinck: “Ik ben een geboren en getogen Koksijdenaar. In de kunst- en muziekwereld werk ik vooral samen met fotograaf Luc Vanhoucke en muzikant-schrijver Yves Bondue onder de noemer WXII. Samen met Steven Camertijn is er ook nog Stentornoise, een duister kunst- en muziekproject. En ik werk nog in Noorwegen waar we muziek maken uit ijs.”
Jurrie: “Muziek zit in mijn familie. Mijn grootvader was medestichter van de Harmonie van Koksijde (1950) en speelde trompet, mijn vader speelt kleine klarinet. Zelf begon ik vanaf mijn achtste te spelen op de trompet. Vanaf mijn twaalfde startte ik met slagwerk en op mijn dertigste met de trombone. Van jongsaf ga ik mee met mijn vader naar de harmonieën in de regio. Toen ik achttien werd, begon ik les te geven aan de slagwerksectie van de Harmonie van Koksijde – samen met Günther Vanbleu. Ook Luk Vermeir zat in die groep en in februari 1996 organiseerde de harmonie een muziekfeest in het oud casino. Alle instrumentengroep speelden enkele nummers. Ons trio had veel succes waardoor we meerdere optredens mochten doen tijdens de daaropvolgende zomer: Imperior de Percusion was geboren. In 2000 wilde ik slagwerkers in de streek verzamelen en richtte ik El Fuerte op, een groep gebaseerd op slagwerk, drill en discipline.”

Voor mij is muziek creëren geen hobby, maar een missie. Je hebt het of niet. (Peter)

T-d: Waarvoor staat Imperior?
Peter:
“25 jaar lang lachen, iets drinken en leute maken.”
Jurrie: “Imperior is inderdaad een vriendengroepje dat graag muziek maakt en daarna een goede single malt whisky proeft. Maar we willen er ook staan op het podium. De toeschouwers zien en horen dat wij ons amuseren.”
Aäron: “Het grappige is dat Imperior ouder is dan ik ben. Maar ik voel me goed tussen de wijsheid van Jurrie en Peter: zo heb ik al heel veel bijgeleerd, vooral over de verschillende soorten whisky (lacht).”

T-d: Hebben jullie nog andere hobby’s of passies?
Peter:
“Voor mij is muziek creëren geen hobby, maar een missie. Je hebt het of niet. Mijn hobby is genieten van ieder moment.”
Aäron: “Met muziek heb ik meer dan mijn handen vol. Sinds 2016 ben ik – samen met Jurrie – lesgever bij El Fuerte.”
Jurrie: “Ik sport graag, zo ben ik voorzitter van de fitnessclub in Koksijde en ik loop graag in onze mooie duinen.”

T-d: Welk optreden is jullie het meest bijgebleven?
Aäron:
“Twee jaar terug moesten Jurrie en ik op een avond eerst spelen op Furnival in Veurne. Na afloop waren we op weg naar Dranouter waar we om middernacht moesten spelen met Bob Bossaert. Een geweldige ervaring. Eerst spelen voor een volle markt in Veurne en daarna een overvolle tent op Dranouter.”
Peter: “Er waren al heel veel mooie momenten, maar dat hippiefeestje in Henegouwen in 1998 staat toch nog diep in mijn geheugen gegrift…(hilariteit).
Jurrie: “Het leuke aan muziek spelen, is dat je je kunnen mag showen op het podium. Festivals als Dranouter, Labadoux en de Paulusfeesten zijn bijzonder leuk om te doen, maar ik geniet ook massa’s van een optreden op onze Zeedijk.”

T-d: Met welke artiest zou je nog graag het podium delen?
Peter:
“Willem Vermandere."
Aäron: “Ik zou heel graag vele jaren op het podium staan met Peter en Jurrie. Ik ben hen ongelooflijk dankbaar voor alle kansen.”
Jurrie: “Mijn drie dochters en echtgenote spelen ook slagwerk en trombone of trompet. We spelen allemaal in de Harmonie Vrienden van de Brandweer Oostduinkerke. Het is dan ook superieur om samen te musiceren tijdens een wandelconcert of op het podium. Maar inderdaad, het idee van Peter om het podium te delen met Willem Vermandere zou ik ook de max vinden.”

Muziek is mijn leven! Hopelijk kunnen we na de coronaperiode opnieuw spelen in binnen- en buitenland. (Jurrie)

T-d: Halen jullie inspiratie uit andere artiesten? Welke?
Jurrie:
“Ik heb heel veel geleerd uit de nummers van Slagerij van Kampen of Kodo. Maar ik hoor overal slagwerk in… Ooit zat ik in Parijs in een metrostation en ik hoorde enkele metro’s het station binnen rollen. Het gevolg was een nieuw nummer: Fudgi.
Peter :”Ik haal mijn inspiratie uit etnische minderheden. Ritueel staan zij daar, waar wij niks van begrijpen.”
Aäron: “Als we een goed stukje slagwerk horen, wordt daar al eens iets mee gedaan. Onlangs hoorde ik een nummer van Muse en het blijft maar hangen. Wie weet komt daar een nieuw nummer uit.”

T-d: Waar hopen jullie nog op de komende jaren?
Peter
: “Een ander coronabeleid waarbij kleine bands terug mogelijkheden krijgen. Mensen kwijnen weg door eenzaamheid en cultuur brengt hen samen.”
Jurrie: “Ik hoop nog lang door te gaan, met Imperior en El Fuerte. Muziek is mijn leven! Hopelijk kunnen we na de coronaperiode opnieuw spelen in binnen- en buitenland.”
Aäron: “Op nog veel optredens en heel veel anekdotes om later te vertellen.”

T-d: Dit initiatief staat los van El Fuerte? Of is er toch sprake van een soort van kruisbestuiving?
Jurrie
: “El Fuerte en Imperior zijn twee andere groepen, maar El Fuerte is wel gegroeid is uit de moederkoek van Imperior. Vele leden van El Fuerte volgen Imperior al jaren en komen kijken naar onze optredens.”
Aäron: “Dankzij El Fuerte speel ik bij Imperior. Vandaar dat het zo goed klikt tussen Jurrie en ikzelf. Twee drummers op een podium: dat is niet simpel, je slagen moeten perfect gecoördineerd zijn. We speelden al twee jaar samen. Met één blik weten we van elkaar wat het volgende nummer is.

We gaan een cd uitbrengen voor ons 25-jarig bestaan en daar kijk ik enorm naar uit. (Aäron)

T-d: Zijn er nog leuke anekdotes?
Aäron
: “De anekdotes van voor mijn tijd zijn geweldig, Jurrie en Peter zijn ondertussen al ouder en wijzer geworden. (lacht)
Peter: “Toen we muziek maakten (via livestreaming) voor het project Live aan zee waren er een beetje zenuwen. Alles wordt gefilmd en staat vast op internet. Na een goede slok whisky kwamen we het podium op en liep ik mijn fles water om. Shit zeg. Gelukkig viel het water juist naast mijn apparatuur.”
Jurrie: “In 2009 traden we op in Bouillon – in het kasteel voor een percussiefestival. Een dag eerder vond een festival plaats in Vresse-sur-semois. Ook daar moesten we optreden. De organisatie had een tekort aan financiële middelen en betaalde ons uit in natura. We mochten eten en drinken wat we wilden. Hoeveel bakken Orval we gedronken hebben, weten we niet meer, maar we zijn er zeker van dat de organisatie ons beter cash had uitbetaald.”

T-d: Wat wil je zeker nog delen met onze lezers?
Aäron
: “We gaan een cd uitbrengen voor ons 25-jarig bestaan en daar kijk ik enorm naar uit. Ik speel al muziek sinds ik zes ben, maar het zal de eerste keer zijn dat ik naar mezelf kan luisteren.”
Peter : “Geniet van het leven en snuif cultuur op: de cultuursector van Koksijde doet daar echt veel voor. Chapeau!
Jurrie: “Waar je ook bent en gaat, volg het ritme…”