Op zondag 11 oktober vond er een rondleiding plaats bij Koksijde Golf Ter Hille, onder begeleiding van gemeentearcheoloog Alexander Lehouck. Deze rondleiding naar aanleiding van de Archeologiedagen was in een mum van tijd volzet. Daarom schiet Tij-Dingen to the rescue voor wie er niet bij was. We presenteren vijf interessante weetjes over Hof Ter Hille.
1. De oude hoevewoning waar nu het clubhuis gevestigd is, dateert uit 1642-1644. Nog heel wat authentieke bouwelementen bleven intact na de renovatie. Zoals de eiken balken aan het plafond in de woonruimte, het tongewelf van de kelder of het dakgebinte van de zolder. Niet alles is zichtbaar voor het publiek, maar als je in de golfshop gaat, sta je eigenlijk in die oude woonruimte.
2. Tijdens de opgravingswerken op Ter Hille werd er een kolfslof gevonden. Een wat? Een kolfslof is de voorloper van een clubhoofd, het onderste gedeelte van een golfclub. Het stuk dateert uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Bewonder het stuk in het huidige clubhuis, samen met nog enkele andere archeologische vondsten.
3. Op het golfterrein vind je de legendarische duivelsput. Hole 18 van de Langeleedcourse kreeg zelfs de naam Devil’s hole. Verschillende kronieken en verhalen geven aan hoe duister en onheilspellend deze plek was. In deze bodemloze put verdween alles wat je erin gooide. Ook de koets van de eigenaars van hof ter Hille (of was het een gravin?) en zelfs een pastoor. Archeologisch onderzoek leverde daarvan geen bewijs. Er werd wel heel wat puin en ander afval teruggevonden uit de late negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw, wat erop wijst dat men heeft geprobeerd om de put te dichten. En mét succes. Tijdens de aanleg van het golfterrein werd de put terug de moerassige put van weleer…
4. Het domein heette niet altijd Ter Hille. Die naam, verwijzend naar de duinen, duikt pas op rond de zestiende-zeventiende eeuw. Hoe de plek daarvoor heette? In de veertiende eeuw dook de naam Hof Pikegny regelmatig op, naar de toenmalige eigenaar (de Picardische edelman Ferri de Picquigny). Ook de naam Pharis, dat vuurtoren betekent, was in de middeleeuwen een veelvoorkomende benaming. Was er dan ooit een vuurtoren op Ter Hille? Geen gekke denkpiste, want de zee, de zeedijk en zelfs de aanlegsteigers lagen vroeger dichter bij Hof Ter Hille dan vandaag.
5. Het hof werd aangekocht door de Duinenabdij in 1342 en werd gebruikt als pachthoeve. Het was een typische middeleeuwse hoeve, opgedeeld in een residentieel gedeelte en één voor bedrijfsactiviteiten. Rond het hof lag een brede gracht om nieuwsgierigen buiten te houden en de dieren binnen. Ten Duinen was één van de big five onder de abdijen in middeleeuws Vlaanderen. Op het hoogtepunt, rond 1300, bezat de abdij 10.000 hectare, verdeeld over vier landen: Nederland, België, Frankrijk en Engeland.