Meer dan twee jaar lang las Jan Huyghe honderden artikels en tekstjes over de paardenvisserij aan de kust. Het resultaat is een boek met 700 feiten over de garnaalvisserij te paard.

In dat standaardwerk staat ook een lijst met 300 paardenvissers en een overzicht van alle Miekes Garnaal. In het boek van 192 pagina’s verneem je alles over de paardenvisserij. Van de late middeleeuwen tot begin 19e eeuw waren ze vogelvrijverklaarde vernietigers van het visbroedsel. Je leest een eindeloze snoer van feiten en feitjes uit vijf eeuwen paardenvisserij met grote en kleine gebeurtenissen van 1393 tot 2021. Ruim honderd illustraties zorgen voor een beeldrijk verhaal. Elk feit(je) in de tijdlijn verwijst naar de bronnen in een bibliografie.

Opmerkelijk: de paardenvissers van Oostduinkerke zijn ondertussen erfgoed en lokken bij elke demonstratie een pak toeristen. Dat was vroeger anders. Wie betrapt werd als garnaalvisser riskeerde eerst een boete en kon bovendien nog het land worden uitgezet.

Tij-dingen sprak met Jan Huyghe over zijn boek, ondertussen al het vijfde dat hij schreef.

Tij-dingen: Wat vind je zelf de meest bijzondere vondst?

Jan Huyghe: "De tragische dood van de 26-jarige paardenvisser Lodewijk Delanghe voor het strand van Oostduinkerke in 1868. Tot vandaag totaal vergeten en onbekend. Op de website Historische Kranten vond ik het korte relaas. "In de morgen door het opkomende tij met zijn rybeest door de baren omver geworpen, en man en paard verdronken." ‘s Namiddags spoelden de stoffelijke overschotten aan. In 1926 had visscher Clincke van De Panne meer geluk: zijn muilezel verloor grond en verstrikte in de stringen. Clincke stuikte in de golven, maar kon nog zwaaien naar een bootje. Die vissers konden hem net op tijd redden en op de schouders aan wal dragen. Vrouw en kinderen waren overgelukkig bij ’t vernemen der redding. Ook een vergeten feit. Maar voortaan kunnen de paardenvissers die voorvallen vertellen aan toeristen. Dát is mondelinge overlevering van 150 jaar ver, levende traditie."

T-d: Je boek start in 1393, dat was de eerste geschreven bron over de paardenvisserij die je vond?

Jan: "Nee, 1393 betreft een ordonnantie van Filips de Stoute die de strandvissers een net met kleine mazen verbiedt. Ze moeten een haringnet gebruiken, met wijdere mazen. Het woord paard komt in die wet nog niet voor. Wel in 1480, dan is sprake van Paardemark – mark betekent grens – aan de Oostkust, Kadzand. “Daar trokken hun paarden de sleepnetten langs de laagwaterlijn”, schrijft historicus Maurits Coornaert. In 1524 is in alweer een ordonnantie over de mazen sprake van als uut peerden ende te voete… Dat bewijst dat er in 1524 met paarden gevist werd. Ik heb 1393 en 1480 erbij genomen, omdat het, lijkt me, voorlopers van de paardenvisserij zijn. Ik kon de lezer die items niet onthouden."

T-d: Staat er nog een boek in de steigers?

Jan: "In 2020 schreef ik De kerstvloed, een verhaal van 135 bladzijden over de ongeziene overstroming van de IJzerbroeken eind december 1993 met hoogtepunt in de kerstnacht, 24 op 25 december. Toen diende van 30 hofsteden in allerijl het vee geëvacueerd door 60 cm hoog water. Ik maakte dat, zijdelings, mee als journalist. En 28 jaren later verscheen het hele verhaal op papier. Dan heb ik nog wat kortere Westhoekverhalen en –gedichten liggen, die misschien ook een uitgave waard zijn? Dus nog werk op de plank.”

T-d: Zou je zelf nog op de rug van een paard kruipen en de zee inwandelen?

Jan: "Geenszins. Nonkel Sylvain van Wulveringem zette me eens als peuter op een boerenpaard en ik begon na drie seconden te blèren van schrik. Jaren later droomde ik wel af en toe van paardrijden. ’s Nachts dus. Dat ik op een vurig paard over de prairies galoppeerde, de eindeloze grasvlakten van Noord-Amerika. Crazy Horse achterna. Te veel Bonanza gekeken, te veel Bessy-strips gelezen? Daar zal het wel bij blijven, bij dromen…"

Het boek is een uitgave van vzw Vrienden van het Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke en kost 25 euro. Je vindt het in de kantoren van de dienst Toerisme of door het bedrag over te schrijven op rekeningnummer BE49 8002 2261 4371 van De Vrienden van het Nationaal Visserijmuseum.