In 1970 ontploft het feminisme in de VS. en rijdt dan als een sneltrein door de maatschappij. In de jaren 70 en 80 maken feministische artiestes kunst rond de vrouwelijke identiteit en la condition féminine.
Hun kunst is radicaal en innoverend. Ze kappen met de klassieke (mannelijke) schilder- en beeldhouwkunst en kiezen voor nieuwe genres: performance-art, video-art, fotografie en installaties.
Maar vroeg-feministische artiestes worden decennialang bespot en hun werk wordt beschouwd als dat van hysterische vrouwen. In 2007 promoten vrouwelijke kunsthistorica hun kunst en beseft men dat deze kunst de belangrijkste is van de laatste vijftig jaar. De basis van hedendaagse kunst. Grote artiestes zoals Hannah Wilke, Ana Mendieta, Judy Chicago en Nancy Spero passeren de revue. En uiteraard ook zwaargewicht Louise Bourgeois, die pas in 1982, 72 jaar oud – haar eerste belangrijke expo in het MoMA krijgt. Cindy Sherman en Barbara Kruger dringen wel onmiddellijk door in de jaren 1980 met hun conceptuele beelden rond vrouwelijke archetypen.
Christiane Struyven, kunsthistorica en kenner van moderne en hedendaagse kunst, kijkt met een vrouwelijke blik naar de kunstwereld en laat je kennismaken met deze grote artiestes. Afspraak op woensdag 8 maart om 20 uur, niet toevallig Internationale Vrouwendag. Schrijf je in: www.avansa-ow.be, de prijs bedraagt 5 euro (niet-leden: 8 euro). Deze lezing is in samenwerking met Avansa Oostende-Westkust.