Gemeenschapswachten zijn voor burgers het eerste veiligheidsaanspreekpunt in een gemeente. Ze zijn bevoegd voor veiligheid en preventie, gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel en het voorkomen van openbare overlast en criminaliteit.
Tij-dingen sprak met gemeenschapswachtvaststellers Jens Mares en Arne Goderis.
Tij-dingen: Wat houdt jullie job precies in?
Jens Mares: “Onze hoofdtaak is preventief aanwezig zijn in het straatbeeld en ook de inwoners, tweedeverblijvers en toeristen sensibiliseren. We bieden een luisterend oor en helpen waar nodig of verwijzen door."
Arne Goderis: "Een tweede grote brok is sensibiliseren en dat is heel ruim: van het achterlaten van afval tot het oversteken over zebrapaden. Zonder met het vingertje te wijzen. Wij werken samen met alle scholen in onze gemeente. Samen met de politie organiseren wij voetgangers- en fietsexamens voor schoolkinderen. We zorgen ook voor begeleiding van fietsgroepen, als ze dat aanvragen "
Jens: “Wat wij ook dagelijks doen, is vakantietoezicht. Mensen die op vakantie gaan, geven dit door. Wij controleren dan hun woning en als we iets verdachts zien, melden we dat aan de politie. Sinds corona merken we wel een terugval in het aantal aanvragen. Los daarvan doen we ook dagelijks onze ronde in inbraakgevoelige wijken.”
Arne: "GAS-boetes horen er ook bij. Dat gaat van sluikstorten tot verkeersboetes. We proberen wel altijd eerst te praten voor we een bekeuring geven.”
T-d: Moeten jullie regelmatig GAS-boetes uitschrijven?
Arne: "We proberen vooral te sensibiliseren en zo weinig mogelijk te verbaliseren. We geloven dat praten meer opbrengt dan straffen."
Jens: "Soms kunnen we niet anders natuurlijk, er zijn grenzen. Vanaf dat mensen een uniform zien, denken ze dat ze een boete gaan krijgen en reageren dan soms ook fel. Dat is jammer, want dat is niet de essentie van onze job."
T-d: Wat is het gekste dat je al hebt meegemaakt of gezien?
Jens: "Dat was tijdens corona. Tijdens de wekelijkse markten gold toen een maximumcapaciteit en wij moesten toezicht houden aan de ingang. Toen we de ingang moeten afsluiten, ontstond een wachtrij van mensen die toch per se naar de markt wilden en die bleef maar groeien. Uiteindelijk stonden de mensen te wachten van aan de Buggenhoutlaan over de Zeelaan tot aan de fietsenwinkel in de Bliecklaan."
Arne: "Storm Eunice was ook zot. Wij reden rond om meldingen op te volgen, toen we zagen dat een hele garagebox − met golfplaten en al − op straat was beland. Tijdens diezelfde storm kwamen we op de baan ook een loungeset tegen die van een appartementsgebouw naar beneden was gewaaid. Gekke toestanden."
We geloven dat praten meer opbrengt dan straffen
T-d: Krijgen jullie te maken met agressie?
Arne: "Meer en meer. Vooral verbaal dan, bijna dagelijks krijgen we daarmee te maken."
Jens: "Mensen begrijpen niet altijd dat we hen helpen in plaats van te straffen. Ze zien een uniform en het zit erop."
T-d: Wat zijn de troeven van jullie job?
Jens: "Elke dag is anders. We starten de dag met onze planning, maar andere zaken kruisen al snel ons pad. We krijgen veel meldingen binnen waarop we zo snel mogelijk reageren."
Arne: "We zijn veel buiten ook, zeker bij mooi weer is dat een extra troef."
Jens: "Om onze job te doen, krijgen we ook alle middelen: een fiets, een auto of een bestelwagen. We krijgen veel steun van hogerhand, zeker in de coronaperiode. Bij problemen mochten we bellen naar de algemeen directeur of de burgemeester."
T-d: Hebben jullie nog een leuke anekdote voor ons?
Jens: "Vlakbij onze werkplek was een vrouw gevallen en ze brak daarbij haar neus. We hebben haar toen de eerste zorgen toegediend, de ziekenwagen gebeld en bij haar blijven wachten tot de ziekenwagen er was. Haar hondje hebben we toen ook naar huis gebracht en we zijn naar het ziekenhuis gereden om de sleutels van haar woning te bezorgen."
Arne: "Ze was heel blij met onze hulp en kwam ons achteraf zelfs bedanken. Jammer genoeg waren we er juist op dat moment niet."