Welke soorten worden bij ons het meest gevonden? Uit cijfers van de vorige schelpenteldagen konden we deze top vijf samenstellen.

De kokkel

De kokkel of hartschelp leeft ondiep ingegraven in zandige bodems van onze kustwateren. Vandaag is deze geribbelde schelp eerder zeldzaam. Maar als fossiel scoort ze heel goed, wat aantoont dat onze kust in het verleden lange tijd een waddengebied was.

Het nonnetje

Het nonnetje is ook wel gekend als portemonneetje, vanwege het veelvuldig voorkomen van doubletjes (Bij een doublet van een tweekleppige schelp zijn beide schelphelften nog aanwezig, red.). Deze schelp herken je aan de kenmerkende bolle en spitse kant en de mooie kleuren.

 

De halfgeknotte strandschelp

De halfgeknotte strandschelp leeft in de zandbodem en vormt een belangrijke bron van voedsel voor zeevogels en platvissen zoals schol.

 

De mossel

Voor mosselen moet je op de strandhoofden en havenmuren zijn. Daar hechten ze zich met hun baarddraden vast. Uit het zeewater filteren mosselen levende micro-organismen en plantaardig afval, maar ook soms piepkleine microplastics die in de zee rondzweven.

De Amerikaanse zwaardschede

De Amerikaanse zwaardschede deed in de jaren 1980 zijn intrede in de Noordzee. De larve reisde via ballastwater mee naar onze streek. Dat ballastwater wordt in zeeschepen gepompt om de stabiliteit en diepgang te verbeteren wanneer ze niet volgeladen zijn. Sindsdien is het een van de meest talrijke diepgravende schelpdieren.

alle beelden van schelpen op deze webpagina: © Wikimedia Commons