Op vrijdag 19 augustus vond de herdenking plaats van de raid op Dieppe (Operation Jubilee). In 1942 testten de geallieerden daar een invasie uit met een frontale aanval op een havenstad.
Een verkeerde keuze, waar ze wel lessen uittrokken voor de landing op de stranden van Normandië twee jaar later. Minder bekend is dat er van die mislukte aanval zeventien slachtoffers aanspoelden op de stranden van de Westkust: acht in Oostduinkerke, vier in Koksijde, drie in De Panne en twee in Nieuwpoort.
Dieppe is een havenstad aan de Noord-Franse kust die door de Duitsers was bezet. De aanval werd op 19 augustus 1942 uitgevoerd door meer dan 6.000 infanteriesoldaten, hoofdzakelijk Canadezen, ondersteund door Britse zeemacht- en luchtmacht-contingenten. Het doel? Een belangrijke haven veroveren en bezet houden om te bewijzen dat dit mogelijk was. Een ander doel was informatie verzamelen en peilen naar de reactie van de Duitsers. Met de aanval wilden de geallieerden de Luftwaffe (Duitse luchtmacht) ook in een grotere slag betrekken.
Amfibische landingen, behoren tot de meest riskante militaire operaties, want een aanvalsmacht vanuit zee is kwetsbaar. De verdediger op het land heeft bijna alle voordelen: een stabiele geschutsopstelling, overzicht en dekking. Bovendien zijn amfibische operaties logistiek heel ingewikkeld en spelen allerlei onzekere factoren, zoals bijvoorbeeld het weer, een belangrijke rol. De aanval werd beschouwd als een tactische ramp, want geen van de hoofddoelen werd verwezenlijkt. 4.384 van de in totaal 6.086 mannen die tot aan de wal kwamen, werden gedood, verwond of gevangengenomen. De Royal Air Force en de Royal Canadian Air Force (RCAF) verloren 119 vliegtuigen, terwijl de Royal Navy 555 slachtoffers telde. De catastrofe in Dieppe beïnvloedde de voorbereidingen voor Operatie Toorts en D-Day.
Ondanks, of misschien dankzij, de nederlaag trokken de geallieerden veel lessen uit de aanval op Dieppe. Ten eerste was er een gebrek aan luchtsteun. Daarnaast was de communicatie slecht terwijl communicatie essentieel is voor een goede coördinatie. Ook was ondervonden hoe snel de Duitse troepen reageerden op geallieerde aanvallen. Deze kennis was belangrijk in de voorbereiding voor operatie Overlord in 1944.
De geallieerde troepen moesten landen op de kustlijn bij Dieppe en op vier andere nabijgelegen kusten: Berneval, Pourville, Puys en Varengeville. Na de landingen moesten de troepen doorstoten naar de stad en tegelijkertijd de batterijen bij Berneval en Varengeville uitschakelen. Een goede coördinatie was in dit plan dus vereist.
De luchtgevechten boven Dieppe behoorden tot de grootste die tot die zich afspeelden boven West-Europa. Het doel was om de Luftwaffe te verleiden tot een uitputtingsslag. Om dat te bereiken zetten de geallieerden de volgende aantallen vliegtuigen in:
Eén van deze eskadrons was het Belgische 350e squadron, dat op 11 februari 1942 was opgericht. Hoewel de Luftwaffe in de minderheid was, kreeg ze toch luchtoverwicht.
Peter Guntrip, de vertegenwoordiger van The British Legion in onze regio, plaatste poppy-kruisjes bij de grafzerken in Koksijde en Oostduinkerke.
Burgemeester Marc Vanden Bussche en Dirk Decuypere (Koninklijke Federatie van WOII RAF & SAAF veteranen) legden kransen neer.
Copyright van alle zwart-witfoto's: Library and Archives, Canada