Volkscafés behoren tot een uitstervend ras. Koksijde-Dorp was vroeger het mekka van de toogplakker, maar het aantal cafés dat nog overblijft, tel je op één hand.
Ook café Sportcentrum sluit op 18 december de deuren. Dringend tijd dus om de sfeer aan de toog op te snuiven. De redactie ging eerst langs bij Mireille voor een afscheidsinterview en van daaruit trokken we verder.
Vanuit café Sportcentrum is het maar een boogscheut naar El Dia, vroeger bekend onder de naam Au Prince Albert. Dat is meteen onze tweede tussenstop. Kolenhandelaar Poliet Vandamme baatte dat café eerst uit voor het vanaf 1953 overging in de bekwame handen van Lucienne Dehollander en haar echtgenoot Marcel De Haese. Niemand sprak in die tijd over café Prince Albert, maar wel over Haeses. Uiteindelijk hielden Lucienne en haar man Marcel meer dan 40 jaar Café Au Prince Albert open in Koksijde-Dorp. Het was een pleisterplaats voor de duivenbond, de kaartersclub en veel plaatselijke politici. Claudine nam de spreekwoordelijke fakkel van hen over.
Aan de overkant – op de hoek van de Zeelaan en de Houtsaegerlaan – zie je voorlopig nog Het Brouwerijtje, vroeger ook nog bekend als De Toekomst in de tijd dat Mon Inghelram daar de plak zwaaide. Hij werkte toen in de aanpalende brouwerij. In de loop der jaren wisselde Het Brouwerijtje veel van eigenaar, maar de bekendste uitbater van de voorbije decennia is zeker en vast Nicholas Goës die het café van 1996 tot 2011 van de nodige ambiance voorzag. Het Brouwerijtje is ondertussen gesloten en maakt binnenkort plaats voor een nieuwbouwproject.
In de tijd dat cafés nog het straatbeeld overheersten, was het erg druk in de Zeelaan. Zo werden ook de beide hoeken met de Veurnestraat door herbergen ingenomen: l' Espérance, een winkel en herberg met als uitbater Henri Verbanck en dan ook nog café In Congo van Henri Dhaene. Het was vroeger niet ongebruikelijk dat de naam van onze vroegere kolonie op de uithangborden van kroegen en herbergen prijkte. Café l' Espérance kwam later in de bekwame handen van Gerard Delporte en Rachel Butsraen die het tot 1971 openhielden. Ook op het Hegerplein vond je verschillende cafés waarvan Het Anker misschien nog de meeste belletjes doet rinkelen.