In Koksijde en Oostduinkerke zijn onze strandvissers een bekend beeld: ze zijn bezig met verschillende soorten netten op elk moment van de dag.

De garnaalvissers te paard zijn de bekendste.

De Noordzee, met haar eeuwig wisselend spel van eb en vloed, maakt veel vormen van strandvisserij mogelijk. Van kruien over netjes leggen en hengelen tot aasdelven: tijdens je volgende strandwandeling zie jij het verschil. In de volgende aflevering komt de actieve strandvisserij aan bod.

Passieve strandvisserij: vistuigen op het strand plaatsen

Doordat deze netten of lijnen met haken in de getijdenzone staan, komt de visser de vangst inspecteren en ophalen bij het terugvloeien van het zeewater. Dit laag tij vindt twee keer per dag plaats en elke dag op een ander moment. We bespreken hier enkel de methodes die vandaag nog op onze stranden worden gebruikt: de platte netten, kartenetten en stakenetten, kordeelvisserij en ronde fuiknetten. Enkele technieken verdwenen vanzelf of werden in de loop van de jaren verboden, meer hierover lees je in het uitgebreide dossier op www.navigomuseum.be/strandvissers

Platte netten zijn rechthoekige netten die horizontaal (plat) op het strand worden verankerd. Drie zijden van het net (pezen) worden bij laagtij ingegraven, met de vrije opening naar het strand toe. Deze voorzijde wordt voorzien van vlotters. Vissen die bij vloed het strand opzoeken, raken bij het afgaand tij vast in platte netten. Vooral platvissen zoals tong, schar en bot. Een plat net kennen we in de volksmond ook wel als tongnet, beuzenet of carrelet.

Een foto van een plat net - copyright: Thomas Verleye (Vliz)

Kartenetten zijn fuikvormige netten met een brede opening vooraan en een lange kuil erachter, die voorzien is van een keerkuil of keerwant. De drie hoekpunten van het net worden verankerd in het zand, met de brede opening loodrecht op de waterlijn. Aan de bovenpees van de opening worden vlotters bevestigd. Deze zorgen ervoor dat het net opengaat wanneer het onder water ligt. Als een vis hierin zwemt, en in de keerkuil terecht komt, kan die niet meer ontsnappen. Met deze methode worden zowel rond- als platvissen gevangen.

Een kartenet - copyright: Thomas Verleye (VLIZ)

Stakenetten zijn verwant aan de kartenetten en werken op dezelfde manier. In plaats van vlotters, worden staken ingegraven om de netten verticaal open te houden. De vangst is vergelijkbaar met de kartenetten: zowel rond- als platvissen.

Een stakenet - copyright: Thomas Verleye (VLIZ)

Een kordeel is een lange vislijn, met een hoofdlijn en zijlijnen die elk voorzien worden van haken met aas, bv. strandpieren. De lijn wordt tijdens het laagtij ingegraven in de getijdenzone op het strand. Zodra een kordeel droog ligt, kan de visser zijn vangst van de haken halen. Zowel rond- als platvissen worden zo gevangen. Deze methode is bekend onder heel wat namen: strandbeug, hoekwant, hoekjes zetten, haakjes en longlines.

Ronde fuiknetten zijn zeldzaam langs de Belgische kust. Het bestaat uit verschillende trechtervormige netten, die opengehouden worden door enkele opeenvolgende en steeds kleiner wordende ringen. De trechtervorm van de netten zorgt ervoor dat vissen niet meer naar buiten kunnen zwemmen. De fuiken worden evenwijdig met de waterlijn geplaatst en gecombineerd met een enkelvoudig staand net. Zo worden de vissen in de richting van de fuik gedreven.

Een rond fuiknet - copyright: Thomas Verleye (VLIZ)