Oud en eenzaam, het wordt in één adem genoemd. Dat is niet terecht. Veel (zeer) oude mensen voelen zich eenzaam, maar het merendeel voelt zich absoluut niet eenzaam. En er zijn veel meer mensen onder de zeventig die zich eenzaam voelen dan 75-plussers. Dat neemt niet weg dat bij ouderen eenzaamheid vaak een onbesproken verdriet is.
Eenzaamheid voelt niet anders, of je nu oud of jong bent. Toch zijn er verschillen. Die hangen samen met de twee factoren die belangrijk zijn bij het oplossen van eenzaamheid, namelijk enerzijds de eigen competenties in het omgaan met relaties en anderzijds de omgeving. Zit je in een omgeving die het je belemmert om met mensen om te gaan, dan kunnen je competenties nog zo goed zijn, daar kun je dan geen kant mee op.
De kunst is om sociaal actief te blijven. Anderen opzoeken, naar buiten gaan, zorgen voor contact met mensen die er toe doen: dat is de goede aanpak van eenzaamheid. Wachten tot er iemand op bezoek komt, is een strategie die je afhankelijk maakt en daar schiet je over het algemeen niet veel mee op. De kans dat er toevallig een vrijwilliger bij jou op bezoek komt waar je echt blij van wordt, iemand waar je werkelijk een relatie mee wil opbouwen, is minder groot dan wanneer je zelf besluit met wie je omgaat. Daarom is het goed om zelf het initiatief te nemen.