Eerst en vooral dat potvis Valentijn op 12 februari 1989 aanspoelde. Het skelet krijgt binnenkort een plek in het NAVIGO-museum. Niet simpel, want de potvis is 13 meter lang.
Valentijn krijgt een ereplaats waardoor je onder zijn beenderen wandelt. Om Valentijn live te zien, moet je nog even geduld hebben, want het museum heropent pas in september. O ja, vraag vanaf 14 februari terug groepsbezoeken aan voor het museum.
Sommige potvisstrandingen vinden historisch gezien plaats in de maanden januari en februari. Valentijn is dus geen unicum, ook in 1994 (3) en 2004 (1) spoelden potvissen aan in onze gemeente. En daar stopt het niet: al in de 16e, 17e en 18e eeuw werden potvissen gesignaleerd op onze stranden. Bij de meeste meldingen van potvissen in de Noordzee gaat het om 2 of 3 exemplaren tegelijk. Het zijn altijd jonge mannetjes, die tussen 12 en 18 meter lang zijn.
Tij-dingen dook in de huid van deze veeltonner en zocht het voor je uit. Groepjes jonge vrijgezellen verlaten in het najaar de grote kuddes potvissen (vrouwtjes met jongen) in de tropische en subtropische delen van de oceanen. Er zijn wereldwijd 500.000 tot 2 miljoen exemplaren. In de winter trekken ze vanuit noordelijkere streken naar het zuiden, onder meer langs de oostzijde van de Atlantische Oceaan. Zo komen potvissen ook in de Noordzee terecht.
Er zijn verschillende oorzaken. Soms gaat het om brute pech, soms is een dier ziek of in de war.