Pieter-Jan Calcoen (30) groeide op in Koksijde, tegenwoordig woont hij in Dilbeek en komt hij vaak naar zijn appartement in onze gemeente. Pieter-Jan is bekend als journalist en was gedurende enkele jaren Anderlecht-watcher voor Het Laatste Nieuws. Vandaag werkt hij voor Het Nieuwsblad. Begin mei stelde Pieter-Jan zijn eerste boek voor dat hij samen schreef met Red Flame Tessa Wullaert. Een gesprek. 

Tij-dingen: De familie Calcoen is een klinkende naam in Koksijde.

Pieter-Jan Calcoen: "Ik ben de zoon van Franky en Gracienne Blanckaert en de broer van Stijn. Mijn papa voetbalde hier jarenlang en was vrijwillig brandweerman, mijn mama (die mijn vader leerde kennen in de hotelschool in De Panne en als Aalsterse aan de kust bleef plakken) werkt in de Carrefour. Stijn speelt voor KVKO en is aan de slag bij de gemeente. Mijn oma Jacqueline is ook heel bekend: zij baatte café Hoge Blekker uit. Mijn tante Mireille staat dan weer achter de toog in café Sportcentrum. Er zijn ook verschillende tantes en nonkels die werken of gewerkt hebben bij de gemeente. Ikzelf ben ook opgegroeid in Koksijde en mijn vrouw en ik kochten hier een appartement: van zodra het kan, komen we uit Dilbeek om van Koksijde te genieten. Je kan inderdaad wel zeggen dat de familie Calcoen volledig verweven is met Koksijde."

Pieter-Jan Calcoen en Tessa Wullaert

Ik wilde het absoluut schoppen tot nationaal voetbaljournalist.

T-d: Droomde je altijd van een carrière in de journalistiek?

Pieter-Jan: "Tijdens mijn tienerjaren werd dat wel steeds nadrukkelijker een ambitie, ja. Ik ben altijd voetbalgek geweest en op de middelbare school bleek dat ik geen slechte pen had, dus was de journalistiek wel een aantrekkelijke piste. Ik wilde het wel absoluut schoppen tot nationaal voetbaljournalist. Weinigen dachten dat dat effectief zou lukken, het is niet zo simpel om je plek te veroveren in dat wereldje, maar na een goede stage bij HLN ben ik er toch in geslaagd. Recent ben ik trouwens overgestapt naar Het Nieuwsblad."

T-d: Je komt uit een Anderlecht-nest. Was het moeilijk om bij HLN dan de volger te zijn van RSCA?

Pieter-Jan: "Inderdaad, het café van mijn tante is zelfs een supporterslokaal. Maar ik werd niet van de ene dag op de andere Anderlecht-watcher. Anderlecht is de meest gemediatiseerde club van het land. Om je daar staande te houden, moet je ervaring hebben. Ik heb eerst mijn strepen verdiend bij kleinere clubs zoals Moeskroen en Zulte Waregem. Op mijn 25e – wat toen nog steeds vrij jong was – kreeg ik Anderlecht toegewezen. Toen wist ik al een beetje hoe de voetbaljournalistiek in elkaar zit en had ik al een uitgebreid netwerk. Sowieso is er van subjectiviteit geen sprake: als journalist moet je objectief verslag uitbrengen, ik heb dat steeds geprobeerd en doe dat nog altijd op die manier."

T-d: Zijn de vedetten minder toegankelijk geworden de laatste jaren?

Pieter-Jan: "Spelers worden afgeschermd door de clubs en alle interviews worden nagelezen. Dan is het zaak om te regelen dat ze jou wel willen spreken en dat lukt me vaak. On the record zijn de vedetten moeilijk benaderbaar, maar zelfs met de grootste spelers kan je whatsappen als je ze kent en als je een relatie hebt die gebaseerd is op respect."

T-d: De voorbije jaren waren heel boeiend, het RSCA-kot stond meer dan eens in brand. Hoe was dat als journalist?

Pieter-Jan: "Heavy. Als het goed gaat met de club die je volgt, schrijf je positieve verhalen en dan is de sfeer op de club ontspannen. En dat bevordert de samenwerking. De laatste jaren bij Anderlecht waren inderdaad moeilijk: alles ligt dan gevoelig en iedereen let op wat hij zegt, terwijl ik wel elke dag artikels moet schrijven... Niet evident."

T-d: Nu ben je plots schrijver. Smaakt dat naar meer?

Pieter-Jan: "Tijdens de lockdown kwam het idee om samen met Tessa Wullaert een boek te schrijven over het vrouwenvoetbal. Ik ken Tessa al een paar jaar, ik heb haar al vaak geïnterviewd, dus er is veel wederzijds vertrouwen tussen ons. Het was een boeiend proces om samen een boek te maken, ik ben blij met het resultaat. Als er in de toekomst nog zulke interessante thema's opduiken of als iemand vraagt om een biografie van een bekende sporter te schrijven, dan sta ik daar zeker voor open, ondanks het vele werk."

Als iemand vraagt om een biografie van een bekende sporter te schrijven, dan sta ik daar zeker voor open!

T-d: Wat is het grote verschil tussen het leven als journalist en als schrijver? Moest je beide combineren? Was allicht lastig.

Pieter-Jan: "Als journalist begin je elke dag opnieuw met een wit blad. Je hangt af van de actualiteit: als het brandt, moet je blussen. Een boek is een langetermijnproject, maar ook dan mag je geen tijd verliezen, anders komt het niet goed. Het was complex om de twee jobs te combineren, inderdaad. Soms denk je op voorhand tijd te hebben om aan je boek te werken, maar gebeurt er iets in de voetbalwereld en moet je plots toch in actie schieten voor de krant. Maar kijk, het is toch goed gekomen."

T-d: Voor onze niet-sportieve lezer: wie is Tessa Wullaert en waarom verdient zij een boek?

Pieter-Jan: "Tessa Wullaert is de beste Belgische voetbalspeelster aller tijden. Ze heeft al drie keer de Gouden Schoen gewonnen, is topschutter aller tijden bij de nationale ploeg en stond twee keer in de Champions League-finale. Maar zo mogelijk nog belangrijker: ze probeert een inspiratiebron te zijn voor jonge meisjes die voetballen. Dat wil ze doen via het boek, waarin ook gefocust wordt op de geschiedenis van het vrouwenvoetbal. Historisch is het interessant leesmateriaal."

T-d: Krijgt het vrouwenvoetbal genoeg belangstelling?

Pieter-Jan: "In vergelijking met het mannenvoetbal is de belangstelling beperkt. Maar het vrouwenvoetbal komt van ver, er is steeds meer aandacht, zeker voor de nationale ploeg. En het zal de komende jaren alleen maar toenemen, vermoed ik, zeker omdat het publiek er om vraagt."

T-d: Je woont in Dilbeek, maar toch kan je niet weerstaan aan de lokroep van de zee?

Pieter-Jan: "We kochten een appartement in Koksijde. Van zodra het kan, zakken we af naar de zee. Enerzijds om de familie te bezoeken en ook omdat het altijd fijn is om terug te keren naar de roots. Het is toch altijd een beetje thuiskomen."

T-d: Wat is je favoriete plekje in onze gemeente?

Pieter-Jan: "Cliché, maar toch de waarheid: het strand is superplezant om het hoofd leeg te maken. We gaan ook graag langs in het café van mijn tante, gaan op bezoek bij de familie of een heerlijk ijsje eten bij Johan van St. Cathérine."

T-d: Heb je nog een leuke anekdote uit je journalistieke carrière?

Pieter-Jan: "Ik ben dankzij mijn job al op veel plekken geweest voor interlands of Europese wedstrijden: van Kazachstan over Albanië tot Ierland, dat is natuurlijk super. Tijdens het WK 2018 'woonde' ik ook een maand in Rusland. Het interview dat mijn carrière voor eeuwig zal tekenen, is het befaamde janetten-interview met Anthony Vanden Borre van Anderlecht, waarin hij de ganse club met de grond gelijkmaakte. Ook plezant was een interview met toenmalig Club Brugge-spits Abdoulay Diaby, daags na een titelwedstrijd tegen Anderlecht waarin hij twee keer gescoord had. Ik kende Diaby nog van bij Moeskroen, we hadden een goed contact en hij nodigde me in zijn appartement uit voor een exclusieve reportage."

T-d: Een leuk tipje van de sluier of een interessante passage uit je boek?

Pieter-Jan: "Wat voor mij ook een ontdekking was: het vrouwenvoetbal was honderd jaar geleden populairder dan het mannenvoetbal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen tienduizenden mensen naar de wedstrijden, tot het vrouwenvoetbal in 1921 verboden werd door de voetbalbonden. Om te weten waarom dat gebeurde en hoe het afliep, moet je het boek lezen..."

Vrouwenvoetbal

Lees het boek Vrouwenvoetbal (Pieter-Jan Calcoen en Tessa Wullaert)
Uitgeverij Vrijdag, 22,50 euro, te verkrijgen via uitgeverijvrijdag.be en in de boekhandel