Duivenmaatschappij De Verbroedering komt wekelijks samen in hun Duvekot (Bolledroom) in sportpark Hazebeek. Deze vereniging ontstond al in 1945 na een fusie van Eerlijk duurt het langst (1929) en een andere vereniging (1935) waarvan niemand nog de naam weet. Onze lokale duivenmelkers doen het uitstekend.
Zo werd Bernard Corteel dit jaar tweede en derde op het provinciaal kampioenschap in de categorie snelheid met oude duiven, hij behaalde ook 21 eerste prijzen in hun lokaal. Tij-dingen ging langs bij Bernard Corteel en Patrick Pieters, voorzitter van De Verbroedering, voor een gevleugeld gesprek.
Tij-dingen: Voor jullie lijkt dit een logische vraag, maar wat doet een duivenclub?
Patrick Pieters: "Duivensport is het kweken, verzorgen en trainen van postduiven om ze dan te versturen naar losplaatsen in bv. Frankrijk om te zien wie het snelst terug in zijn hok geraakt."
Bernard Corteel: "Een duivenmaatschappij zorgt voor het vervoer en de inkorfmogelijkheid, inzetten, kampioenschappen en uitslagen maken."
Ik behaalde dit jaar 21 eerste prijzen in ons lokaal
T-d: Hoeveel leden telt jullie vereniging?
Patrick: "Onze vereniging telt vijftig leden. Ons oudste lid is 87 jaar en het jongste 21. Twee generaties verschil bijna."
T-d: Je hebt duiven voor korte en lange afstanden?
Patrick: "Dat is een beetje volgens de genen, zoals bij sportmannen: je hebt sprinters en je hebt langeafstandslopers."
Bernard: "Ja, inderdaad. Duiven die geschikt zijn voor vitessevluchten (sprinters), zijn vaak minder geschikt voor marathonvluchten (langeafstandsduiven)."
T-d: Krijgen jouw duiven een naam?
Bernard: "Nee. Ze krijgen een nummer. Zo weet ik dat duif 170 negen eerste prijzen vloog en duif 878 acht. Dat zijn de laatste drie cijfers op hun ring. Ik hou elk jaar een logboek bij met alle prestaties."
Patrick: "Ik geef ze ook geen naam. Als ik ze zie, weet ik welk nummer ze hebben. Ik herken ze op 't zicht."
T-d: De competitie liep tot midden september. Hoe is het gegaan?
Bernard: "Goed. Dit jaar ben ik terug de tweede en derde provinciaal kampioen op de snelheid oude duiven en negende bij de snelheid jonge duiven. Ik behaalde dit jaar 21 eerste prijzen in ons lokaal."
Patrick: "Maar er zijn nog leden die het goed doen op de provinciale kampioenschappen. Florimond Van Elverdinghe was de eerste provinciaal op 2.889 oude duiven op Fontenay. Paul Lesage was de eerste op het provinciaal kampioenschap jongen halve fond."
Afstanden? Dat is een beetje volgens de genen, zoals bij sportmannen: je hebt sprinters en je hebt langeafstandslopers."
T-d: Patrick, jij viel ook in de prijzen?
Patrick: "Ik ben dit jaar goed geklasseerd in de plaatselijke kampioenschappen. Ik behaalde een tweede prijs provinciaal op 15.066 duiven op St. Just en ben negende geworden op het kampioenschap kleine halve fond zone A1 (kuststrook). Ook heel wat eerste prijzen dit jaar. Vier in totaal."
T-d: Bernard, je bent één van de beste duivenmelkers van de streek. Wat is je geheim?
Bernard: "Mijn duiven worden tiptop verzorgd. En alles op uur. Mijn duiven kunnen bij wijze van spreken de klok lezen. Een voorbeeld? Ik los mijn duiven elke dag om 16.30 uur. Als ik eens om 17 uur thuiskom, dan plakken mijn duiven al tegen de ruit, ongeduldig om naar buiten te kunnen. Je moet natuurlijk de goede soort hebben, met een koppel tortelduiven lukt het niet. Ik stoef niet graag, maar aan de kust heeft er niemand zo goed op de duiven gespeeld als ik. Ik ben in 1973 begonnen en van 1974 tot nu heb ik altijd meer dan mijn inzet eruit gehaald. De koten worden ook elke dag twee keer gekuist. Eerst kuisen en dan pas op café gaan, dat is mijn principe. (lacht) en ik heb ook een scherp mes. De dieren die niet presteren, vliegen in de pot. De jonge duiven, hé. Ik pluim ze en mijn vrouw haalt de ingewanden eruit. Mijn record is veertig eerste prijzen in één seizoen. Ik zette toen mijn duiven zowel in Nieuwpoort als in Oostduinkerke af."
T-d: Hoeveel duiven bezit je?
Bernard: "Ik heb er nu nog 38. Pas op, vroeger had ik er veel meer, maar ik ben ondertussen 78 jaar. In 2014 verkocht ik veertig duiven en brak ik één van mijn koten af. Ik heb nu nog de helft over. Vroeger speelde ik met dertig jongen duiven, nu met een veertiental."
Patrick: "In de winter 100 en in de zomer 150, met de jongen erbij."
T-d: Je moet de duiven ook trainen?
Bernard: "Ja, door een aantal testvluchten te doen in de eerste week van april − vlak voor de competitiestart. Mijn zoon neemt dan vier of vijf jongen mee en lost die in Elverdinge. Het gebeurt soms dat een jonge duif vier uur te laat is en het gebeurt ook dat een duif niet terugkeert. Als ze in een ander duivenhok landt en de eigenaar ziet dat het een duif van mij is, dan mag ik het meestal vergeten. Ik heb nog een duif gehad die acht jaar later terugkeerde. Zonder ring. Dat is niet omdat die ergens in een tuin een tweede leven vond, als je begrijpt wat ik bedoel…"
T-d: Wat gebeurt er met zieke duiven?
Patrick: "Die worden goed verzorgd en als het nodig is, gaan die op consultatie bij de dierenarts. De duiven krijgen ook jaarlijks hun inentingen."
Bernard: "Ik heb bijna nooit zieke duiven. Als het nodig is, geef ik medicatie of ga ik langs bij de dierenarts, maar sowieso ga ik twee keer per jaar − buiten het seizoen − langs bij de dierenarts op controle. Eén keer rond 10 november en één keer rond 15 maart. Bij Bodart uit Oostkamp. Ik neem dan uit elk kot twee duiven mee, zes in totaal. En ook wat mest."
T-d: Waar moeten jullie de duiven lossen?
Bernard: "De duiven worden met vrachtwagens weggebracht en gelost op verschillende plaatsen in Frankrijk. In die vrachtwagen zitten duiven van over de hele provincie. Enkele plaatsen zijn: Arras, Clermont, Fontenay-sur-Eure, Orléans en Châteaudun."
Patrick: "Dat zijn afstanden van 90 tot 400 km of verder. Bepaalde lokalen spelen de grote fond en dan variëren de afstanden van 400 tot 1.000 km (Barcelona). De duiven worden vervoerd in speciaal gemaakte vrachtwagencontainers. Die zijn zo aangepast dat er voldoende frisse lucht binnen komt, de temperatuur wordt geregeld en de postduiven krijgen tijdens de rit gemakkelijk water en voedsel."
T-d: Barcelona is één van de toplocaties?
Patrick: "Dat is dé wedstrijd, maar in ons lokaal zijn er maar een paar die af en toe een duif meegeven voor die wedstrijd. Dat is eigenlijk voor de specialisten op de overnachtvluchten."
Bernard: "Ik heb nog nooit op Barcelona gespeeld, ik heb daar de duiven niet voor. De verste afstanden waarop ik speelde, waren 600 km, naar Bordeaux of Cognac. Nu niet meer, ik speel op snelheid en halve fond, de maximale afstand bedraagt dan 350 km. Een kameraad van me, Johny Bederdt, speelt wel nog met mijn duiven op langere afstanden, tot 600 km. Hij zet ze dan af in een lokaal in Pervijze."