In Oostduinkerke bindt Carolus Maes de sjerp om. Burgemeester Maes was molenaar en de 1e lokale burgemeester die geen landbouwer was.
Het begin van zijn ambtsperiode luidde een wijziging van het politiereglement in. De nieuwe verboden? Visresten en ander afval mogen Oostduinkerkenaars niet meer in openlucht stapelen. Karren, kruiwagens of andere voertuigen mogen ook niet op het kerkhof komen.
In 1885 woonden er 1.600 mensen in Oostduinkerke, maar tegen 1890 waren dat er al 1.800. Het loon van de burgemeester in die tijd? 230 frank (een serieuze verhoging, want voordien bedroeg dat 84 frank). Ook in Nieuwpoort-Bad, dat toen nog tot Oostduinkerke behoorde, werd een reglement opgesteld rond baden in zee. Opmerkelijk: in 1890 werd beslist om een politiezaal te stichten voor het 'bergen' van bedelaars, straatschenders en op heterdaad betrapte kwaaddoeners.
In 1896 werd Seraphin Declerck verkozen tot nieuwe burgemeester, de schepenen heetten Hendrik Depotter en Seraphin Dedeyster. In Oostduinkerke woonden toen 2012 inwoners.
In 1899 gaf een koninklijk besluit groen licht voor de concessie van het zeestrand, wat de basis legde voor de badplaats Oostduinkerke-Bad.
Onder Declercks bestuur bloeide de kustgemeente verder. Groenendijk-Plage nam vorm aan, en de openbare verlichting bestond uit 10 lampen op de Zeedijk en één bij het station. In 1899 schonk Benjamin Crombez 400.000 frank voor de aanleg van een elektrische tramlijn van Oostende tot de Franse grens.