De 13-jarige Oostduinkerkenaar Arthur Van den Brande kroonde zich in Denemarken tot wereldkampioen windsurfen (wave U15). Bij Windekind waren ze zelfs een tweede keer aan het feest toen de 11-jarige Sol Degrieck de wereldtitel (U13 en U15) en een knappe vierde plaats pakte (dames U20).
Tij-dingen golft mee op het enthousiasme met dit dubbelgesprek.
Arthur Van den Brande: "Sinds ik vijf ben, ga ik mee op de plank met papa. Wavewindsurfen is windsurfen in de golven met een kleine surfboard, dus niet zoals iedereen kent op vlak water met grote planken en zeilen."
Sol Degrieck: "Ik doe het nu al vier jaar. Voor mij is wavewindsurfen vooral heel actief in de golven. Je springt op de golven en rijdt de golven af met de plank."
Sol: "Om goed te surfen, moet je vooral veel oefenen. Het duurt even voor je de techniek beheerst. Eens je vertrokken bent, is het een heerlijke sport. Hoe meer je vaart, hoe beter je surft, golven kiest en leest."
Arthur: "Evenwicht en kracht zijn superbelangrijk, maar je moet ook een beetje lef hebben om de dikste golven te kiezen en daarop te springen of te waveriden."
Arthur: "Ik zou ooit graag wereldkampioen worden bij de volwassenen."
Sol: "Ik ben slechts elf jaar en de wereldbeker is voor surfers onder de 20. Dus kan ik nog acht keer deelnemen, graag zou ik nog enkele keren bovenaan het podium staan. Ook wil ik winnen in Gran Canaria, daar vindt een wereldbekerwedstrijd plaats."
Arthur: "Aan Windekind in Oostduinkerke, daar vind je veel terug. In het buitenland kies ik voor Pozo in Gran Canaria waar we elk jaar op surfstage gaan."
Sol: "Ik verkies de Noordzee, omdat de omstandigheden altijd verschillend zijn. Meestal vaar ik nabij surfclub Windekind, samen met mijn trainingsmaatjes en vrienden. Op vrijdag gaan we na school samen op zee. Idem op woensdagnamiddag of in het weekend, als er voldoende wind staat. En net zoals Arthur vaar ik graag in Pozo. Er is altijd veel wind met krachtige golven."
Sol: "Ik speelde al in de golven als baby, met mama. Zij was een professionele windsurfer (sportambassadeur Sigrid Rondelez, red.) en we gaan nog vaak samen zeilen. Toen ik vijf was, speelde ik op woensdag mee met de Windekids en op zondag met de Side Shore Seakids.We gingen in zee, met de surfplank en de sup om spelenderwijs gewoon te worden aan zee, golven en wind. Toen ik zeven werd, startte ik met echt windsurfen in het Spaarbekken (Nieuwpoort, red.)."
Arthur: "In het begin stond ik samen met papa, tussen zijn benen, op zijn plank. Daarna op mijn eigen plank met een klein zeiltje. Je moet heel veel oefenen voor je de basis onder de knie hebt."
Sol: "Ik ben pas 11 en mocht al meevaren met de U20, dat was voor mij een toffe ervaring. De meeste deelnemers waren vijf tot zeven jaar ouder. Dat maakte het spannend en des te leuker."
Arthur: "In mijn leeftijdscategorie (onder de 15) draaien we wel forwards of salto’s, maar dat is nog niet vergelijkbaar met het niveau bij de U20."
Arthur: "Iedereen vond het cool. Mijn ouders en familie waren trots, want er zitten heel wat windsurfers in mijn entourage."
Sol: "Ook mijn ouders en familie waren fier. Mama was ontroerd, vooral over de manier waarop ik gevaren had, los van de plaats die ik behaalde. Mijn klasgenoten en de school hebben me ook gefeliciteerd."
Eens je vertrokken bent, is het een heerlijke sport. Hoe meer je vaart, hoe beter je surft, golven kiest en leest.
Arthur: "Soms wel, maar het geeft me ook een kick."
Sol: "Ik ben nooit bang!"
Arthur: "Daar denk ik niet echt aan, maar mijn broer en zus zijn wel bang voor haaien… (lacht)"
Sol: "Sorry, ook ik ben niet bang van dieren."
Arthur: "Ik ga naar het college in Veurne. En mijn andere hobby's zijn skaten, golfsurfen en hockey. Veel sport dus."
Sol: "Ik zit in het eerste jaar Latijn, ook in het college van Veurne. Ik speel graag piano en ook basket vind ik leuk. En natuurlijk alle andere watersporten."
Sol: "In het windsurfen zou ik graag wereldkampioene worden bij de jeugd en de profs. .Zoals gezegd, kan ik nog acht keer deelnemen bij de jeugd en hoop ik nog op goede resultaten. En in Pozo wil ik ook graag winnen."
Arthur: "Het is niet mogelijk om van windsurfen mijn beroep te maken, want je verdient er heel weinig mee. Als ik het kan combineren met mijn studies, wil ik wel zoveel mogelijk op het water zitten."