November is een maand waarin de begraafplaatsen en kerkhoven extra aandacht verdienen. De groendienst van Lokaal Bestuur Koksijde staat in voor het onderhoud. Voor twee medewerkers – Patrick Callens en Dimitri Wydoodt – is dat zelfs een voltijdse dagtaak. Tij-dingen ging bij hen langs voor een gesprek.

Tij-dingen: Je bent medewerker begraafplaatsen. Wat houdt die job concreet in?
Patrick Callens:
“Ik sta in voor het onderhoud van de begraafplaats in Oostduinkerke. Eerst en vooral zorgen we dat alles er netjes bij ligt. Na storm Odette bv. moest ik heel wat takken en bladeren opruimen. Daar kruipt ongeveer twee derde van mijn dagtaak in. Ook het gras maaien, nieuwe hagen aanplanten en snoeien en onkruid wieden horen er ook bij. De grond hier bestaat uit zandgrond en de groei van inheems duinenkruid moet worden bevorderd. We krijgen ook redelijk veel administratief werk: bijhouden wie waar ligt, de vergunningen controleren en nagaan of er nog plaats genoeg is.”
Dimitri Wydoodt: “Ik ben verantwoordelijk voor de begraafplaats van Koksijde. Zoals Patrick al zei, neemt het onderhoud de meeste tijd in beslag. Voor de verzorging van de planten die de mensen op het graf van hun dierbare zetten, staan ze zelf in. Tenzij ik merk dat de planten verwilderen, in dat geval spring ik bij, want ik maak er een erezaak van om alles netjes te houden. De graven delven gebeurt nog op de traditionele manier: met de schop. Vooral in Koksijde is dat een heel karwei, want de grond bestaat uit klei. Meer en meer mensen kiezen wel voor een urne, maar in Koksijde – meer dan in Oostduinkerke – kiezen nog redelijk veel mensen voor een begrafenis in volle grond.

Steeds meer mensen kiezen voor een urne. 

T-d: Je bent ook aanwezig tijdens de begrafenissen?
Patrick:
“Dat klopt. We zijn er de hele tijd bij. Vooraf maken we alles klaar, zodat alles vlot verloopt. De meeste mensen denken dan aan een put graven. Dat hoort er ook bij, maar er is meer dan dat. Je hebt mensen die samen willen liggen – in een grafkelder – en die moeten we dan vrijmaken en in orde leggen. Als het om een klassiek graf gaat, maken we de put achteraf terug dicht en dat moet binnen de 24 uur. Dat is wettelijk verplicht.”
Dimitri: “We helpen eveneens mee met de begrafenisondernemer om de kist te laten zakken. Af en toe een troostend woord bieden voor de dierbaren, hoort er ook bij. Veel mensen kiezen nu voor asverstrooiingen en die doen wij ook zelf. Toch wel een speciaal moment.”

T-d: Is deze periode met Allerheiligen en Allerzielen extra druk?
Dimitri:
“Er loopt veel meer volk rond in die periode. We zetten op voorhand pothouders klaar voor de mensen om te vermijden dat ze zelf putten graven in de grond. Ik zet 2.000 potten klaar. Dat is voor een heel pak volk dat in een korte periode passeert.”
Patrick: “Heel druk. Elk jaar worden er ook in Oostduinkerke 2.000 tot 2.500 chrysanten gezet. Dankzij de potten hou ik de aantallen bij.”

T-d: De coronacrisis had ook gevolgen voor begrafenissen. Merk je daar iets van?
Dimitri: “Het afscheid is toch anders. Mensen nemen graag nog eens de kist of de urne vast en dat mag nu niet. Dat laatste moment van afscheid nemen, die aanraking, is er nu niet.”
Patrick: “Toch wel, zeker in het begin. Het aantal mensen dat aanwezig mocht zijn, was heel beperkt en dat maakte het emotioneel extra zwaar voor de rouwenden. Ook naar veiligheid toe golden en gelden er extra maatregelen. We doen ons best om alles zo sereen mogelijk te laten verlopen.”